Jesaja 59:1-13

Jesaja 59:1-13 HSV

Zie, de hand van de HEERE is niet te kort dat ze niet zou kunnen verlossen, en Zijn oor is niet toegestopt dat het niet zou kunnen horen. Maar uw ongerechtigheden maken scheiding tussen u en uw God, uw zonden doen Zijn aangezicht voor u verborgen zijn, zodat Hij u niet hoort. Want uw handen zijn met bloed besmet, en uw vingers met ongerechtigheid. Uw lippen spreken leugen, uw tong brengt onrecht tot uiting. Er is niemand die bijeenroept in gerechtigheid er is niemand die in trouw een rechtszaak voert. Zij vertrouwen op holle woorden en spreken valse dingen. Zij zijn zwanger van onheil, zij baren ongerechtigheid. Zij broeden eieren van een gifslang uit en zij weven spinnenwebben. Wie van hun eieren eet, sterft; is er een kapotgedrukt, dan perst er zich een adder uit. Hun webben zijn niet geschikt voor kleding, en zij zullen zich niet kunnen bedekken met hun maaksels. Hun maaksels zijn maaksels van ongerechtigheid; gewelddadig werk is in hun handen. Hun voeten snellen naar het kwaad, zij haasten zich om onschuldig bloed te vergieten. Hun gedachten zijn zondige gedachten, verwoesting en ondergangzijn op hun gebaande wegen. De weg van de vrede kennen zij niet, er is geen recht in hun sporen. Zij gaan kromme paden; ieder die ze betreedt, kent de vrede niet. Daarom is het recht ver van ons en bereikt de gerechtigheid ons niet. Wij zien uit naar licht, maar zie, er is duisternis; naar stralend licht, maar wij wandelen in donkerheid. Wij tasten als blinden langs de wand, ja, wij tasten als mensen zonder ogen, wij struikelen midden op de dag, als in de schemering, wij verkeren, zoals de doden, in woeste plaatsen. Wij grommen allen als beren, en wij kirren voortdurend als duiven. Wij zien uit naar recht, maar het is er niet; naar heil, maar dat is ver van ons. Want onze overtredingen zijn talrijk voor U en onze zonden getuigen tegen ons. Want onze overtredingen zijn bij ons, onze ongerechtigheden, wij kennen ze: het overtreden en het liegen tegen de HEERE en het zich afkeren bij onze God vandaan, het spreken van onderdrukking en afvalligheid, het zwanger zijn en melding maken van leugenachtige woorden vanuit het hart.