Richteren 8:1-3

Richteren 8:1-3 HSV

Toen zeiden de mannen van Efraïm tegen hem: Wat is dit wat u ons hebt aangedaan, dat u ons niet hebt geroepen toen u tegen Midian ging strijden? En zij kregen grote onenigheid met hem. Hij daarentegen zei tegen hen: Wat heb ik nu gedaan vergeleken met u? Is de nalezing van Efraïm niet beter dan de wijnoogst van Abiëzer? God heeft de vorsten van Midian, Oreb en Zeëb, in uw hand gegeven. Wat heb ik dan kunnen doen vergeleken met u? Toen hij dit gezegd had, bedaarde hun woede tegen hem.