Richteren 8:1-3
Richteren 8:1-3 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Toen zeiden de mannen van Efraïm tot hem: Wat stuk is dit, dat gij ons gedaan hebt, dat gij ons niet riept, toen gij heentoogt om te strijden tegen de Midianieten? En zij twistten sterk met hem. Hij daarentegen zeide tot hen: Wat heb ik nu gedaan, gelijk gijlieden; zijn niet de nalezingen van Efraïm beter dan de wijnoogst van Abi-ezer? God heeft de vorsten der Midianieten, Oreb en Zeëb, in uw hand gegeven; wat heb ik dan kunnen doen, gelijk gijlieden? Toen liet hun toorn van hem af, als hij dit woord sprak.
Richteren 8:1-3 Herziene Statenvertaling (HSV)
Toen zeiden de mannen van Efraïm tegen hem: Wat is dit wat u ons hebt aangedaan, dat u ons niet hebt geroepen toen u tegen Midian ging strijden? En zij kregen grote onenigheid met hem. Hij daarentegen zei tegen hen: Wat heb ik nu gedaan vergeleken met u? Is de nalezing van Efraïm niet beter dan de wijnoogst van Abiëzer? God heeft de vorsten van Midian, Oreb en Zeëb, in uw hand gegeven. Wat heb ik dan kunnen doen vergeleken met u? Toen hij dit gezegd had, bedaarde hun woede tegen hem.
Richteren 8:1-3 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Toen zeiden de mannen van Efraïm tot hem: Wat is dit voor een handelwijze jegens ons, dat gij ons niet hebt opgeroepen, toen gij ten strijde trokt tegen Midjan? En zij maakten hem hevige verwijten. Maar hij antwoordde hun: Wat heb ik nu gedaan in vergelijking met u? Is de nalezing van Efraïm niet beter dan de wijnoogst van Abiëzer? In uw macht heeft God gegeven Oreb en Zeëb, de vorsten van Midjan; wat heb ik kunnen doen in vergelijking met u? Toen hij zo sprak, bedaarde hun toorn tegen hem.
Richteren 8:1-3 Het Boek (HTB)
De leiders van de stam Efraïm waren echter woedend op Gideon: ‘Wat is dat voor een manier van doen?’ zeiden ze boos. ‘Waarom hebt u ons niet geroepen toen u tegen de Midjanieten ging vechten?’ Zij maakten hem hevige verwijten. Maar Gideon antwoordde: ‘God heeft u toch de koningen Oreb en Zeëb van Midjan gevangen laten nemen? Vergeleken daarmee heb ik praktisch niets gedaan. Wat u deed aan het einde van de strijd is veel belangrijker dan wat wij aan het begin hebben gedaan.’ Toen kalmeerden zij.
Richteren 8:1-3 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Maar de mannen van de stam van Efraïm waren woedend op Gideon. Ze zeiden tegen hem: "Wat is dit voor een manier van doen? Waarom heb je ons niet gelijk geroepen toen je tegen de Midianieten ging vechten?" En ze begonnen hevig ruzie met hem te maken. Maar hij antwoordde: "Wat ik heb gedaan is toch niets vergeleken met wat jullie hebben gedaan? Wat jullie ná mij hebben gedaan is toch veel beter dan wat ik en mijn mannen hebben gedaan? God heeft de koningen van Midian, Oreb en Zeëb, aan jullie uitgeleverd. Wat ik heb gedaan is daar toch helemaal niet mee te vergelijken?" Toen zakte hun woede.