U hebt gehoord dat tegen het voorgeslacht gezegd is: U zult geen overspel plegen.
Maar Ik zeg u dat al wie naar een vrouw kijkt om haar te begeren, in zijn hart al overspel met haar gepleegd heeft.
Als dan uw rechteroog u doet struikelen, ruk het uit en werp het van u weg, want het is beter voor u dat een van uw lichaamsdelen te gronde gaat en niet heel uw lichaam in de hel geworpen wordt.
En als uw rechterhand u doet struikelen, hak hem af en werp hem van u weg, want het is beter voor u dat een van uw lichaamsdelen te gronde gaat en niet heel uw lichaam in de hel geworpen wordt.
Er is ook gezegd: Wie zijn vrouw verstoot, moet haar een echtscheidingsbrief geven.
Maar Ik zeg u dat wie zijn vrouw verstoot om een andere reden dan hoererij, maakt dat zij overspel pleegt; en wie met de verstotene trouwt, pleegt ook overspel.
Verder hebt u gehoord dat tegen het voorgeslacht gezegd is: U zult de eed niet breken, maar u zult voor de Heere uw eden houden.
Maar Ik zeg u: Zweer in het geheel niet, niet bij de hemel, want dat is de troon van God;
niet bij de aarde, want dat is de voetbank van Zijn voeten; en ook niet bij Jeruzalem, want dat is de stad van de grote Koning.
Ook bij uw hoofd mag u niet zweren, want u kunt niet één haar wit of zwart maken;
maar laat uw woord ja ja zijn en uw nee nee; wat hierboven uitgaat, is uit de boze.
U hebt gehoord dat er gezegd is: Oog voor oog en tand voor tand.
Ik zeg u echter dat u geen weerstand moet bieden aan de boze; maar wie u op de rechterwang slaat, keer hem ook de andere toe;
en als iemand u voor het gerecht wil dagen en uw onderkleding nemen, geef hem dan ook het bovenkleed;
en wie u zal dwingen één mijl te gaan, ga er twee met hem.
Geef aan hem die iets van u vraagt, en keer u niet af van hem die van u lenen wil.
U hebt gehoord dat er gezegd is: U moet uw naaste liefhebben en uw vijand moet u haten.
Maar Ik zeg u: Heb uw vijanden lief; zegen hen die u vervloeken; doe goed aan hen die u haten; en bid voor hen die u beledigen en u vervolgen;
zodat u kinderen zult zijn van uw Vader, Die in de hemelen is, want Hij laat Zijn zon opgaan over slechte en goede mensen, en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen.
Want als u hen liefhebt die u liefhebben, wat voor loon hebt u dan? Doen ook de tollenaars niet hetzelfde?
En als u alleen uw broeders groet, wat doet u meer dan anderen? Doen ook de tollenaars niet zo?
Weest u dan volmaakt, zoals uw Vader, Die in de hemelen is, volmaakt is.