Psalm 41:5-10

Psalm 41:5-10 HSV

Ik zei: HEERE, wees mij genadig; genees mijn ziel, want ik heb tegen U gezondigd. Mijn vijanden spreken kwaad over mij en zeggen: Wanneer zal hij sterven en zijn naam vergaan? Als een van hen naar mij komt kijken, spreekt hij valse dingen en zijn hart brengt onrecht bijeen; gaat hij naar buiten, dan spreekt hij daarover. Allen die mij haten, mompelen tezamen over mij. Zij bedenken tegen mij wat slecht voor mij is en zeggen: Verdorven praktijken kleven hem aan; wie zo neerligt, zal niet meer opstaan. Zelfs de man met wie ik in vrede leefde, op wie ik vertrouwde, die mijn brood at, heeft zich tegen mij gekeerd.