Het eerste boek Samuël 20:3-5

Het eerste boek Samuël 20:3-5 NBG51

David echter verzekerde het nog eens met een eed: Uw vader weet heel goed, dat gij mij genegenheid toedraagt. Daarom denkt hij: Jonatan moet dit niet weten, anders wordt hij maar verdrietig. Nochtans, zo waar de HERE leeft en zo waar gij leeft, er is slechts één schrede tussen mij en de dood. Jonatan vroeg David: Wat begeert gij? Ik zal het voor u doen. David antwoordde Jonatan: Zie, morgen is het de nieuwe maan, dan zou ik bij de koning aan de maaltijd moeten deelnemen. Indien gij mij verlof geeft, houd ik mij in het veld verborgen tot overmorgenavond.