Deuteronomium 21:6-8

Deuteronomium 21:6-8 NBG51

En al de oudsten van die stad – zij, die het dichtst bij de vermoorde wonen – zullen hun handen wassen boven de jonge koe, waarvan in het dal de nek gebroken is, en zij zullen betuigen: Onze handen hebben dit bloed niet vergoten en onze ogen hebben het niet gezien. Doe verzoening voor uw volk Israël, dat Gij bevrijd hebt, HERE, en leg geen onschuldig bloed in het midden van uw volk Israël. Dan zal het bloed voor hen verzoend zijn.