Deuteronomium 33:29
Deuteronomium 33:29 NBG51
Welzalig zijt gij, Israël; wie is aan u gelijk? Een volk, verlost door de HERE, die het schild uwer hulp en het zwaard uwer hoogheid is. Daarom zullen uw vijanden veinzen u hulde te brengen, en gij zult op hun hoogten treden.