Simson begaf zich naar Timna en zag te Timna een vrouw, een van de dochters der Filistijnen. Hij keerde terug en deelde zijn vader en zijn moeder mee: Ik heb te Timna een vrouw gezien, een van de dochters der Filistijnen: nu dan, neemt haar mij tot vrouw. Maar zijn vader en zijn moeder zeiden tot hem: Is er onder de dochters van uw stamgenoten en onder heel mijn volk geen vrouw, dat gij een vrouw gaat halen bij de Filistijnen, die onbesnedenen? Doch Simson zeide tot zijn vader: Neem háár voor mij, want zij bevalt mij. Zijn vader en moeder wisten echter niet, dat dit zo door de HERE beschikt was, dat hij een voorwendsel tegen de Filistijnen zocht. In die tijd toch heersten de Filistijnen over Israël. Simson nu ging met zijn vader en zijn moeder naar Timna. Toen zij bij de wijnbergen van Timna gekomen waren, zie, een jonge leeuw kwam hem brullend tegemoet. Maar de Geest des HEREN greep hem aan, zodat hij die uiteenscheurde, zoals men een bokje uiteenscheurt – zonder dat hij iets in de hand had. Noch aan zijn vader noch aan zijn moeder deelde hij echter mee, wat hij gedaan had. Daarna ging hij met de vrouw spreken, want zij beviel Simson. Na enige tijd keerde hij terug om haar te huwen; en toen hij van de weg afweek om naar de dode leeuw te zien, was er een bijenzwerm in het lichaam van de leeuw en ook honig. Hij haalde die eruit, nam die in zijn hand en ging al etende verder, waarna hij naar zijn vader en moeder ging en ook hun ervan te eten gaf. Maar hij vertelde hun niet, dat hij de honig uit het lichaam van de leeuw had gehaald. Toen zijn vader naar de vrouw gegaan was, richtte Simson daar een feestmaal aan, want zo plachten de jongelingen te doen. Zodra men hem zag, koos men dertig metgezellen om met hem samen te zijn.
Lees Richteren 14
Delen
Alle vertalingen vergelijken: Richteren 14:1-11
Sla Bijbelteksten op, lees offline, bekijk onderwijsvideo's en meer!
Thuisscherm
Bijbel
Leesplannen
Video's