Micha 7:6-8

Micha 7:6-8 NBG51

Want de zoon minacht de vader; de dochter staat op tegen haar moeder, de schoondochter tegen haar schoonmoeder; des mensen huisgenoten zijn zijn vijanden. Maar ik zal uitzien naar de HERE, ik zal wachten op de God mijns heils; mijn God zal mij horen. Verblijd u niet over mij, mijn vijandin: al ben ik gevallen, ik zal weder opstaan; al zit ik in het duister, de HERE zal mij tot licht zijn.