Ruth 1:15-18

Ruth 1:15-18 NBG51

Toen zeide zij: Zie, uw schoonzuster is teruggekeerd naar haar volk en haar goden; keer terug, uw schoonzuster achterna. Maar Ruth zeide: Dring er bij mij niet op aan, dat ik u in de steek zou laten, door van u terug te keren; want waar gij zult heengaan, zal ik heengaan, en waar gij zult vernachten, zal ik vernachten: uw volk is mijn volk en uw God is mijn God; waar gij zult sterven, zal ik sterven, en daar zal ik begraven worden. Zo moge de HERE mij doen, ja nog erger: voorwaar, de dood alleen zal scheiding maken tussen mij en u. Toen zij zag, dat zij vastbesloten was met haar mede te gaan, hield zij op tot haar te spreken.