1 Petrus 2:11-25

1 Petrus 2:11-25 HTB

Broeders en zusters, wij blijven hier op aarde vreemdelingen, gasten. Omdat ons werkelijke thuis bij de Here is, dring ik er bij u op aan niet toe te geven aan de slechte begeerten van deze wereld, die uw leven in gevaar brengen. Laten de ongelovigen niets op uw gedrag kunnen aanmerken. Ook al mogen zij u niet en belasteren zij u, als zij zien hoe voorbeeldig uw leven is, zullen zij God wel moeten eren en prijzen op de dag dat Christus terugkomt. Gehoorzaam, ter wille van de Here, de wetten van het land waar u woont. Zowel de wetten van de keizer, die het staatshoofd is, als de wetten van de stadhouders, die door de koning zijn aangesteld om de misdaad te bestraffen en goede daden te belonen. God wil dat door uw goede leven de mensen de mond wordt gesnoerd die onwetend zijn en dwaas praten. Wij zijn vrije mensen, maar die vrijheid geeft ons niet het recht om kwaad te doen, want wij zijn dienaren van God. Laat ieder in zijn waarde. Houd van allen die werkelijk christen zijn. Heb ontzag voor God en respect voor de keizer. Knechten, heb ontzag voor uw meester en doe wat hij zegt, niet alleen als hij goed en redelijk is, maar ook als hij lastig is. Een gelovige mag blij zijn als hij ten onrechte een slechte behandeling moet ondergaan, omdat hij voor God een zuiver geweten wil houden. Als u geduldig de straf voor uw misdaden ondergaat, is dat natuurlijk geen verdienste. Maar als u goed doet en dan geduldig het onrecht verdraagt dat u wordt aangedaan, zult u de genade van God ervaren. Al dit lijden hoort bij het leven waartoe God ons geroepen heeft. Christus, die voor u geleden heeft, is het voorbeeld dat u moet volgen, en in zijn voetstappen moet u treden. Hij heeft niets misdaan en zei nooit een verkeerd woord. Als Hij beledigd werd, zei Hij niets lelijks terug. Als de mensen Hem pijn deden, dreigde Hij niet het hun betaald te zetten. Hij liet het allemaal over aan God, die rechtvaardig oordeelt. Hij heeft onze zonden gedragen in zijn eigen lichaam, toen Hij stierf aan het kruis. Daardoor zijn wij nu dood voor de zonde en kunnen wij voortaan leven zoals God het wil, want de wonden in zijn lichaam hebben ons genezen. Vroeger zwierven wij allemaal rond als verdwaalde schapen. Maar nu bent u teruggekeerd naar de herder, naar Hem die onze zielen onder zijn hoede neemt.