Genesis 41:46-52

Genesis 41:46-52 HTB

Hij was dertig jaar toen hij bij de farao in dienst kwam. Jozef verliet hierna het paleis van de farao en begon een rondreis door het hele land. En ja, de zeven jaren die volgden, zorgden voor enorme oogsten. In die jaren verzamelde Jozef een deel van de oogsten in het hele land en sloeg dat voedsel op in de steden. De magazijnen werden zo vol dat men ermee was gestopt alles te tellen, er was geen beginnen aan. Voordat het eerste jaar van de hongersnood aanbrak, had Jozef twee zonen gekregen bij zijn vrouw Asnat. Jozef noemde zijn oudste zoon Manasse (Hij die doet vergeten) en zei: ‘God heeft mij deze zoon gegeven om mij het verdriet uit mijn jeugd en het verlies van mijn thuis te doen vergeten.’ De tweede zoon noemde hij Efraïm (Vruchtbaar) en hij zei: ‘God heeft mij vruchtbaar gemaakt in dit land, waar ik als slaaf kwam.’