Numeri 16:1-5

Numeri 16:1-5 HTB

Op een dag kwamen Korach—de zoon van Jishar en kleinzoon van Kehat uit de stam Levi—Datan en Abiram, zonen van Eliab, en On, de zoon van Pelet—alle drie uit de stam Ruben—in opstand tegen Mozes. Tweehonderdvijftig leiders van het volk die zitting hadden in de volksvergadering, deden aan deze opstand mee. Zij verzamelden zich voor Mozes en Aäron en zeiden: ‘Wij hebben er genoeg van dat u de baas over ons speelt. U bent niet meer dan een van ons, want de HERE heeft ons hele volk geheiligd en is met ons allen. Welk recht heeft u om u boven ons te verheffen en van ons gehoorzaamheid te eisen? U doet alsof u meer bent dan iemand anders uit het volk van de HERE.’ Toen Mozes dit hoorde, wierp hij zich met zijn gezicht op de grond. Toen zei hij tegen Korach en zijn metgezellen: ‘Morgenochtend zal de HERE bekend maken wie van Hem zijn en wie heilig is en Hem als priester mag dienen.