Psalmen 106:40-45

Psalmen 106:40-45 HTB

Toen brandde de toorn van de HERE tegen hen los. Hij walgde van zijn volk en hun land. Daarom gaf Hij hen over in de macht van vreemde volken, hun vijanden overheersten hen. Zij zuchtten onder de verdrukking en overmacht van hun tegenstanders. Zo redde God hen vele keren, maar zij bleven hun eigen weg gaan. Uiteindelijk was er geen redden meer aan. Telkens echter wanneer God hun onderdrukking zag en hun kermen hoorde, herinnerde Hij Zich zijn verbond met hen. Dat was in hun voordeel. Dan kreeg God, in zijn grote goedheid en trouw, medelijden met hen.