Dichtend de Bijbel door - Oude Testament - deel 1Voorbeeld

Jozef 

(Genesis 37-47) 

Wie kent niet het verhaal van Jozef
Ach, het is toch zó bekend
Jongste zoon, die door de vader
buitensporig werd verwend
Bij zijn broers bleef, zo wij weten
dit ook niet onopgemerkt
Daardoor werd hun wrok en afgunst
dus van dag tot dag versterkt
Als hij hun zijn droom vertelde
van hun schoven op het veld
die daar voor de zijne bogen
ja, dan stonden zij versteld
Ook de zon, de maan, de sterren
’t gaf toch werkelijk geen pas
dat zelfs zij zich voor hem bogen
alsof hij een koning was!
Maar de vader droeg dit alles
in zijn hart mee, als een schat
of hij er, heel diep vanbinnen
al een voorgevoel van had
Toch was Jozef in die jaren
niet het lieve broertje, hoor
zo gaf hij de roddelpraatjes
soms wel aan zijn vader door
En de kiem van haat en afgunst
werd zo rijkelijk gestrooid
Daarom werd hij door zijn broeders
in een droge put gegooid
Jozef ging door diepe dalen
maar… van nederige slaaf
tot de Raadsman van de koning
was toch wel bijzonder gaaf!
Ja, het was een and’re Jozef
niet dat trotse ventje meer
In verzoeking bleef hij staande
En… vergaf zijn broeders weer.

Jozef, eens gehaat, verworpen
nu de redder van het land.
Hij werd door zijn Godsvertrouwen
’t juiste werktuig in Gods hand…

Door Maria Riksten-Brouwer