Dichtend de Bijbel door - Nieuwe Testament - deel 1Voorbeeld

De verzoeking in de woestijn 

(Mattheüs 4:1-11)

En Jezus werd geleid naar de woestijn
Om daar, in alle rust met God te spreken
En zo, in dit ultieme samenzijn
verstreek de tijd… de dagen werden weken
Maar waar iemand oprecht zoekt naar Gods wil
met vasten, verootmoediging, gebeden
daar zit de tegenstander ook niet stil
om er zijn duist’re plannetjes te smeden
Na veertig dagen, ’t leek een eeuwigheid
kwam weer de drang bij Jezus om te eten
Wat eigenlijk, na zulk een lange tijd
zonder meer, een wonder wel mag heten
Maar Satan speelde in op dit gevoel
Zei: ’Ga toch van die stenen broden maken.’
Helaas, zijn woorden misten hier hun doel
Niet één er van wist onze Heer te raken
Dus bleef de vijand onvermoeid in touw
beloofde Hem ook schatten, Koninkrijken
als Hij hem, Satan, slechts aanbidden zou
Toch wist de Heer wist ook nu weer van geen wijken
‘Indien Gij zijt Gods Zoon’ ging Satan voort
‘Spring van de tempel, durf het toch te wagen
Want staat er niet geschreven in Gods Woord
dat eng’len U op handen zullen dragen?’
Maar Jezus, Hij bezweek niet voor die list
werd er ook niet door in het nauw gedreven
Elk argument als ’t ware wéggewist
met deze woorden: ‘Zie, er staat geschreven…’
Op het laatst liet Satan Hem toen gaan.
Zweeg eindelijk die zoetgevooisde stem.
Want Jezus had de proef glánsrijk doorstaan
En eng’len kwamen en zij dienden Hem…

Door Maria Riksten-Brouwer