Recht doen, trouw betrachten en nederig de weg gaan van je GodVoorbeeld

Dinsdag

Lees: Micha 3:1-4, Jesaja 55:8-9

SOAP: Jesaja 55:8-9

De verzen in Micha die we vandaag lezen zijn een berisping voor de gezagsdragers in Israël en Juda. Zij zouden moeten weten wat gerechtigheid is. Aangezien zij de autoriteit hebben om wetsovertreders te straffen, behoren zij te weten wat goed en wat kwaad is. Zij gebruikten echter hun voorrechten ten nadele van de armen. 

Kijk eens naar de harde woorden die Micha gebruikt als hij beschrijft hoe slecht deze overheden met het volk omgingen. Hij heeft het over de huid die afgestroopt wordt, beenderen die gebroken worden, uiteengerukt vlees. Het klinkt alsof het gaat over slagers en niet over gezagsdragers.

Wij kunnen moeilijk begrijpen waarom God toeliet dat dit allemaal gebeurde. Waarom liet Hij toe dat deze slechte mensen Zijn wet tot een aanfluiting maakten en op zo’n corrupte manier omgingen met het volk? Waarom laat Hij gebeuren dat er in sommige landen corrupte en slechte regeringen aan de macht zijn? Ik weet het niet. Maar Hij doet dat. En Zijn gedachten zijn niet mijn gedachten, zoals Jesaja nog altijd tegen mij zegt. Ik hoef het niet te begrijpen. Ik hoef alleen maar Zijn volmaakte wil te accepteren.

Overal in de wereld kunnen we zien hoe volken lijden onder slechte regeringen. Spreuken 29:2 zegt: “Als rechtvaardigen groot worden, verblijdt het volk zich, maar als een goddeloze heerst, zucht het volk.” Laten we de raad opvolgen die Paulus ons geeft in 1 Timotheüs 2:1-2 en bidden voor de overheden, opdat wij een rustig en stil leven zullen leiden.

Lieve God, ik bid voor de overheid in mijn land. Ik bid dat U hun wijsheid en inzicht wil geven om goed te regeren. Ik vraag U om hun redding. In Jezus’ naam. Amen