Worsteling met Gods genade — het verhaal van de profeet JonaVoorbeeld

Redding voor zondaars?!

Jona had gewacht tot Ninevé verwoest zou worden, en nu keerde God de stad helemaal niet om. Hij toonde juist barmhartigheid. Dat “was volstrekt kwalijk in de ogen van Jona”! Dit was precies wat hij al vanaf het begin had voorzien, toen God hem riep om tegen Ninevé te gaan prediken. Dit was precies waarom hij weggerend was voor zijn opdracht. Hij wilde niet dat God zijn vijanden vergaf. Hij wilde nog liever sterven dan toezien hoe de Ninevieten Gods zegen ontvingen.

Ja, Jona was dankbaar dat God zijn gebeden verhoorde toen hij in de problemen zat in de buik van de vis. Maar hij wilde niet dat de Heere de gebeden van de Ninevieten verhoorde. Deze mensen mochten niet delen in Gods genade!

Jona riep het uit: "God, wat U doet is helemaal fout! Ik haat Uw goedheid jegens anderen!" Redding aanbieden aan zulke slechte mensen ging Jona veel te ver. Dat paste niet in zijn theologie.

Maar het was niet aan Jona, en het is ook niet aan ons, om te beslissen wie voor vergeving ‘in aanmerking komt’ of wie bij de kerk mag horen. God Zelf nodigt ieder mens uit om zich te bekeren en tot Hem te komen. Het was niet Jezus’ opdracht om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars (zie Mattheüs 9:13).

Zijn er mensen die jij liever niet zou uitnodigen in de kerk? Als dat zo is, waarom vind je het zo moeilijk dat God net zo veel van hen houdt als van jou?