Op de bres staan zoals Abraham

Op een bepaald moment krijgen Abraham en Sarah bezoek van de Heer en een aantal engelen. Ze zeiden tegen Abraham dat ze over een jaar zouden terugkeren en dat hij tegen die tijd een zoon zou hebben. Daarna gingen de mannen weg en “De Heere zei: Zal Ik voor Abraham verbergen wat Ik ga doen?” (Gen. 18:17). Daarna zegt de Heer tegen Abraham dat Hij naar Sodom en Gomorra zal gaan om de beide steden te vernietigen vanwege hun zonden. Maar Abraham had zo’n relatie met de Heer, dat Hij reageerde op wat de Heer zei: “En Abraham kwam dichterbij en zei: Zult U ook de rechtvaardige tegelijk met de goddeloze wegvagen?” (Gen. 18:23).

Abraham kende God, had een relatie met God. Hij kende Gods hart en wist dat het niet Gods hart was om de rechtvaardigen samen met de onrechtvaardigen te doden. Hij wist dat het Gods wil was om rechtvaardig te handelen en dus niet de rechtvaardigen en de onrechtvaardigen over dezelfde kam te scheren. De Heer geeft eraan toe en uiteindelijk komen ze tot een besluit, dat als er tien rechtvaardigen zijn, God hen niet zou vernietigen. Helaas waren er zelfs geen tien. Maar God, in al Zijn rechtvaardigheid, redde wel Lot en zijn gezin. En al dit, omdat Abraham op de bres heeft gestaan voor Lot, omdat Abraham voorbede heeft gedaan en bij God gepleit heeft voor het leven van anderen. Abraham kende God, kende Zijn hart en Gods wil. Wat als Abraham zou zijn doorgegaan tot één enkele rechtvaardige persoon. Misschien zouden deze steden wel behouden zijn geweest?

In ieder geval: laten de vrijmoedigheid en het hart van Abraham ons bemoedigen om voorbede te doen voor onze eigen stad en ons eigen land. Ja, er is heel wat onrechtvaardigheid in onze eigen stad: mensen leven zonder God; moord, overspel, haat, enz. Het zijn allemaal zaken die in veel steden spelen. Maar jij mag als rechtvaardige en als kind van God voor Gods troon staan en zeggen: “Heer, om Uw goedheid, red deze stad, red dit land. Openbaar uzelf, raak harten aan. Kom en vergeef de onrechtvaardigheid in deze stad, o Heer.” Zoek God, en ken Hem. Vol ontzag kunnen we Hem kennen!