In het beginVoorbeeld

Maandag

Lees: Genesis 1:24-31; Job 39:1-12

SOAP: Genesis 1:27

De zesde scheppingsdag is zowel het hoogtepunt als het doel van de schepping. God schiep de hemelen, de aarde, het luchtruim, de zee en het land en vulde dat alles met sterren, vogels, vissen en landdieren. Tenslotte schiep God mensen. Dit was de climax van de schepping, want de mens was geheel anders dan welk ander schepsel ook: de mens werd geschapen naar het beeld van God.

Dat wij zijn geschapen naar het beeld van God gaat ons begripsvermogen ver te boven. Geschapen naar Gods beeld betekent niet dat we er zo uitzien als God. Het betekent dat wij een afspiegeling zijn van Gods karakter en aard, en niet van Zijn uiterlijke gestalte. Als wij Zijn karakter weerspiegelen, vertonen wij Zijn beeld. Ook wij kunnen iets creëren, medelijden hebben, liefde tonen en we kunnen communiceren. (De zonde had en heeft uiteraard een beschadigend effect op ons vermogen om Gods beeld te weerspiegelen, maar tot waar we nu zijn met het lezen van Genesis, is de zonde nog niet in beeld gekomen.) 

Net zoals God grenzen stelde aan de rest van Zijn schepping, bepaalde Hij de grenzen voor de mensheid. Wij zijn niet God, maar we hebben wel het grote voorrecht om geschapen te zijn naar Zijn beeld. Het is geen last, maar een eer om Zijn beeld te weerspiegelen in de wereld om ons heen. Laten we elke dag weer leven als vertegenwoordigers van Hem, en Zijn liefde uitstralen naar de schepping om ons heen.

Here God, de gedachte dat ik ben gemaakt naar Uw beeld overweldigt mij steeds weer. Help mij dat ik steeds beter ga inzien wat dit voor mijn leven van alledag betekent. Laat mij voor de wereld om mij heen een afspiegeling zijn van Wie U bent, van Uw karakter en van Uw liefde. Amen.