Maria, had je ’t door?Voorbeeld

Maria’s positie

Het Evangelie van Johannes vermeldt Jezus’ eerste wonder. Dat gebeurde toen Jezus volwassen was. Zijn openbare dienstwerk was begonnen en Hij was gedoopt met de Heilige Geest. Dat impliceerde ook dat Hij niet langer “onderdanig” was aan Jozef en Maria, maar alleen aan zijn Vader in de hemel.

Op een bruiloft raakte de wijn op. Toen Maria dat merkte, informeerde ze Jezus over dit probleem. Kennelijk was ze ervan overtuigd dat Hij het probleem kon oplossen. Maar Jezus zei: “Vrouw, wat heb Ik met u te doen? Mijn uur is nog niet gekomen” (Johannes 2:4). Hij wees Maria terecht. Zij was niet in de positie om Jezus te vertellen wat Hij moest doen, en wanneer.

Maria was echter niet beledigd door zijn antwoord. Ze zei tegen de dienaars: “Wat Hij ook tegen u zal zeggen, doe het.” Zij geloofde dat Jezus kon voorzien in het tekort en gebruikte woorden uit Genesis 41:55, waar Farao het volk opdroeg om naar Jozef te gaan en alles te doen wat hij tegen hen zou zeggen om het benodigde voedsel te krijgen.

Maria’s positie was veranderd. Ze kon Jezus niet langer vertellen wat Hij moest doen, maar ze kon anderen wel op Hem wijzen en wachten tot Hij ingreep. Dat is de rol van een echte, trouwe discipel!