Een kind ontvangen

Hanna is de eerste vrouw van de Leviet Elkana en hij had nog een tweede vrouw: Peninna. Dit verhaal lijkt erg op het verhaal van Rachel en Lea. Twee vrouwen: de één kan kinderen krijgen, de ander niet. Ook is de ene vrouw meer geliefd dan de ander. Ondanks dat Elkana erg zijn best doet de vrede te bewaren lukt hem dat niet. Peninna gaat door met treiteren tot het punt dat Hanna het niet meer uithoudt.

Het gezin van Elkana gaat ieder jaar naar de tempel in Silo om daar offers te brengen. Daar begint ook het verhaal van Samuel. In Silo maken we kennis met de priester Eli die dienst doet in de tempel van de Heer. Hanna is zo bedroefd en verdrietig, dat ze naar de tempel gaat om te bidden. In haar gebed doet ze de Heer een gelofte: “Heer, als U mij een zoon geeft zal ik hem aan U opdragen”. Dus haar kind zal in dienst staan van God. Het is niet een simpel kort gebed, waarin Hanna dit aan God belooft. Ze blijft lang bidden, niet hardop maar zacht en vanuit haar hart. Eli ziet het en denkt dat ze dronken is, maar als Hanna hem vertelt hoe ze zich voelt, doet hij een belofte. “De God van Israël zal je geven waar je om hebt gevraagd”.

Ik vind het bijzonder dat Hanna, ondanks haar pijn en verdriet, haar hart uitstort bij God. God verhoort haar gebed en geeft haar een zoon. Ze noemt haar zoon Samuel, dat betekent: gehoord, verhoord door God. Hanna heeft gebeden, God hoort het en Hij verhoort het. En daar stopt God niet: na Samuel krijgt Hanna nog vijf kinderen.

Om over na te denken

Zit je ergens mee of geeft iets je verdriet? Schroom dan niet en spreek het uit naar God. Hij ziet je, Hij houdt van je en wil je helpen. Kijk in dit verhaal naar Hanna. Wij kunnen van haar leren dat hoe we ons ook voelen, we bij Hem mogen komen en alles aan Hem kunnen geven. God is ook een God die ons verlangen kent en hoort.