Vrijheid in Christus (Deel 2/5)

Ik ruilde mijn angst in voor de Waarheid

Gedichten over Gods plan

Jezus is nog steeds...

Bidden met de Psalmen

Genade van de grote Gever

Durf te dromen!

Thuiskomst (S3-E1)

Op reis naar het hart van de Vader

God liefhebben met je hele hart

Het Boek

<div class="version vid75 iso6393nld" data-vid="75" data-iso6393="nld">
 <div class="book bkHOS">
 <div class="chapter ch1" data-usfm="HOS.1">
 <div class="label">1</div><div class="s1">Hosea&#700;s vrouw en kinderen</div><div class="p"> 1Hosea, de zoon van Be&#235;ri, ontving verscheidene boodschappen van de Here. Dat was in de tijd dat de koningen Uzzia, Jotham, Achaz en Jehiskiaover Juda regeerden en dat koning Jerobeam, de zoon van Joas, over Isra&#235;l regeerde.</div><div class="p"> 2Dit is de eerste boodschap van de Here.</div><div class="p">De Here zei tegen Hosea: &#8216;Trouw met een vrouw die prostituee is en kinderen heeft die door andere mannen verwekt zijn. Dit zal een voorbeeld zijn van de manier waarop mijn volk Mij ontrouw is geweest. Want het heeft openlijk overspel gepleegd door afgoden te vereren.&#8217; 3Toen trouwde Hosea met Gomer, de dochter van Dibla&#239;m. Zij raakte in verwachting en schonk het leven aan een zoon. 4De Here zei: &#8216;Noem het kind Jizre&#235;l, want het duurt niet lang meer of Ik zal in het dal van Jizre&#235;l wraaknemen op Jehu&#700;s koningshuis voor de moorden die Jehu heeft begaan. Ja, Ik zal zelfs een einde maken aan de positie van Isra&#235;l als onafhankelijk koninkrijk. 5In het dal van Jizre&#235;l zal Isra&#235;l een verpletterende nederlaag lijden.&#8217;</div><div class="p"> 6Gomer raakte opnieuw in verwachting en deze keer was het een dochter. God zei tegen Hosea: &#8216;Noem haar Lo-Ruchama (Geen medelijden meer), want Ik zal geen medelijden meer hebben met Isra&#235;l of haar weer vergeven. 7Maar Ik zal Mij w&#233;l het lot aantrekken van het volk van Juda. Ik, die haar God ben, zal haar verlossen van haar vijanden, zonder hulp van haar troepen of wapens.&#8217; 8Toen Gomer Lo-Ruchama niet meer zelf voedde, werd zij voor de derde keer zwanger en bracht een zoon ter wereld. 9God zei: &#8216;Geef hem de naam Lo-Ammi (Niet mijn volk), want Isra&#235;l is niet van Mij en Ik ben niet haar God. 10Toch zal eens de tijd komen waarin Isra&#235;l zal uitgroeien tot een groot volk. Er zullen meer mensen zijn dan iemand ooit kan tellen, zoveel als het zand aan het strand! Op de plaats waar gezegd werd: &#8220;U bent niet mijn volk,&#8221; zal Ik dan zeggen: &#8220;U bent mijn kinderen, kinderen van de levende God.&#8221; 11Dan zullen het volk van Juda en dat van Isra&#235;l zich verenigen en &#233;&#233;n leider over zich aanstellen. Samen zullen zij terugkeren uit ballingschap. Wat zal dat een grandioze dag zijn, als God zijn volk weer zal uitzaaien op de vruchtbare grond van hun eigen land!&#8217;</div><div class="p"> 12O Jizre&#235;l, geef uw broers en zusters een nieuwe naam. Noem uw broers nu Ammi (Mijn volk) en uw zusters Ruchama (Medelijden).</div>
 </div>
 </div>
</div>

<div class="version vid75 iso6393nld" data-vid="75" data-iso6393="nld">
 <div class="book bkHOS">
 <div class="chapter ch2" data-usfm="HOS.2">
 <div class="label">2</div><div class="s1">Isra&#235;ls ontrouw en de liefde van God</div><div class="p"> 1&#8216;Klaag uw moeder aan, want zij is de vrouw van een ander geworden. Ik ben niet langer haar man. Laat haar ophouden zichzelf aan anderen te geven. Smeek haar te stoppen met haar overspel. 2Doet ze dat niet, dan zal Ik haar ontkleden, zodat zij net zo naakt zal zijn als op haar geboortedag. Ik zal haar laten wegkwijnen en laten sterven van dorst, zoals een land sterft dat getroffen is door hongersnood en droogte. 3Ik zal Mij niets aantrekken van het lot van haar kinderen, want zij zijn niet van Mij. Het zijn kinderen van een onbekende vader. 4Want hun moeder heeft overspel gepleegd. Zij die hen onder haar hart gedragen heeft, heeft zich schandelijk misdragen. Want zij zei: &#8220;Ik wil andere mannen achternalopen en mijzelf verkopen voor voedsel, drank en kleren.&#8221;</div><div class="p"> 5Daarom maak Ik haar weg onbegaanbaar. Ik ga haar opsluiten achter een muur. Dan zal het voor haar onmogelijk zijn een pad te vinden dat naar haar minnaars leidt. 6Als zij hen toch achterna loopt, zal zij hen niet kunnen bereiken. Zij zal zoeken, maar niet in staat zijn hen te vinden. Dan zal zij bij zichzelf denken: ik kan beter teruggaan naar mijn eerste man, want toen had ik het beter dan nu. 7Zij beseft echter niet dat al wat zij bezit, van Mij kwam. Ik was het die haar koren, jonge wijn en olijfolie gaf. Van Mij kreeg zij al het zilver en goud dat zij nota bene gebruikte voor de verering van haar afgod Ba&#228;l!</div><div class="p"> 8Daarom zal Ik het rijpe koren en de jonge wijn weer wegnemen bij het aanbreken van de oogsttijd. Ik zal haar haar kleren afnemen die Ik had gegeven om haar naakte lichaam mee te bedekken. 9Ik zal haar openlijk bloot tentoonstellen, zodat al haar minnaars het zullen zien. Niemand zal in staat zijn haar uit mijn hand te redden. 10Ik zal een einde maken aan haar plezier, haar partijtjes en godsdienstige feestdagen. 11Haar wijnstokken en vijgebomen zal ik vernielen. Dat waren de geschenken die zij, volgens haar zeggen, van haar minnaars had gekregen. Zij zullen volkomen verwilderen en de wilde dieren zullen de vruchten ervan eten. 12Zo zal Ik haar straffen voor alle keren dat zij wierook brandde voor Ba&#228;l-beelden en getooid met oorringen en juwelen op zoek ging naar haar minnaars. Zij dacht geen moment meer aan Mij,&#8217; zegt de Here.</div><div class="p"> 13&#8216;Maar Ik zal haar opnieuw het hof maken en haar de woestijn in leiden en tot haar hart spreken. 14Dan zal Ik haar de wijngaarden teruggeven en het dal Achor veranderen in een poort van hoop. Daar zal zij op mijn toenaderingen ingaan en zingen van vreugde, net als vroeger toen zij jong was en Ik haar verloste van de slavernij in Egypte.&#8217;</div><div class="p"> 15&#8216;Die dag,&#8217; zegt de Here, &#8216;zal zij Mij &#8220;mijn man&#8221; noemen in plaats van &#8220;mijn meester&#8221;. 16Ik zal ervoor zorgen dat zij haar afgoden vergeet en hun namen niet meer in de mond neemt.</div><div class="p"> 17In die tijd zal Ik een verbond sluiten tussen Isra&#235;l en de wilde dieren, de vogels en de kruipende dieren. Zij zullen niet langer bang zijn voor elkaar. Ik zal alle wapens vernietigen en een einde maken aan de oorlogen, zodat iedereen in veiligheid kan leven.</div><div class="p"> 18Isra&#235;l, Ik zal u voorgoed aan Mij verbinden door banden van gerechtigheid en recht, van onwankelbare liefde en zorg. 19Ik zal Mij met u verloven door trouw. Dan zult u Mij, de Here, w&#233;rkelijk kennen.&#8217;</div><div class="p"> 20&#8216;In die tijd,&#8217; zegt de Here, &#8216;zal Ik het gebed van de hemel om wolken verhoren en regen laten stromen op de aarde als antwoord op haar roep om water. 21Dan kan de aarde voldoen aan de waterbehoefte van het koren, de druiven en de olijfbomen. En zij zullen in koor zingen: &#8220;God zaait!&#8221;</div><div class="p"> 22In die tijd zal Ik een oogst aan Isra&#235;lieten zaaien en opkweken voor Mijzelf. Ik zal medelijden hebben met hen die &#8220;geen medelijden meer&#8221; hebben. Ik zal tegen hen die &#8220;niet mijn volk&#8221; zijn zeggen: &#8220;U bent nu mijn volk.&#8221; En zij zullen antwoorden met: &#8220;En U bent onze God!&#8221;&#8198;&#8217;</div>
 </div>
 </div>
</div>

<div class="version vid75 iso6393nld" data-vid="75" data-iso6393="nld">
 <div class="book bkHOS">
 <div class="chapter ch3" data-usfm="HOS.3">
 <div class="label">3</div><div class="s1">Gods liefde voor Isra&#235;l</div><div class="p"> 1De Here zei tegen mij: &#8216;Ga uw vrouw weer halen, breng haar bij u terug en heb haar lief, ook al pleegt zij graag overspel met andere mannen. Want Ik, de Here, heb Isra&#235;l nog steeds lief, ook al heeft zij zich gewend tot afgoden en hun mooie geschenken geofferd.&#8217;</div><div class="p"> 2Toen kocht ik haar voor vijftien zilverstukken en driehonderddertig liter gerst. 3Ik zei tegen haar: &#8216;Je moet een hele tijd alleen blijven, niet met andere mannen uitgaan of prostitutie bedrijven. Ook ik zal je niet aanraken.&#8217;</div><div class="p"> 4Dit laat zien hoe de Isra&#235;lieten lange tijd geen koning zullen hebben en geen altaar, tempels, priesters of zelfs afgoden! 5Daarna zullen zij terugkeren naar de Here, hun God, en naar een koning uit het huis van David. Bevend van angst en ontzag zullen zij naderen tot de Here en zijn zegeningen ervaren. Dit alles zal plaatshebben in de eindtijd.</div>
 </div>
 </div>
</div>

BibleProject | Kleine ProfetenVoorbeeld

Schrift

Over dit leesplan

Gerelateerde leesplannen