Hij zal alles goedmakenVoorbeeld

Hoe kon het zo fout gaan met deze wereld?

Genesis 1:1 (HSV): “In het begin schiep God de hemel en de aarde.”
Genesis 1:31 (HSV): “En God zag al wat Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed...”

Lucifer was één van de belangrijkste engelen in Gods schepping (zie Ezechiël 18:13-15, Jesaja 14:12-14), maar hij wilde méér. Hij werd jaloers op God, en vond dat hij net zo goed was als God. Dit was de eerste zonde. Hij wist echter dat hij God zelf niets zou kunnen aandoen. Dus besloot hij Adam en Eva te verleiden – de mensen die God naar zijn eigen beeld had gemaakt, de kroon op zijn schepping. Door te zorgen dat zij zondigden, zou hij de schepping verruïneren die God zo prachtig gemaakt had. Dat verhaal lees je terug in Genesis 3. Vanaf dat moment kreunt de hele schepping van ellende – en zij wacht op onze verlossing (zie Romeinen 8:18-25).

De zonde is als een ziekte: het verspreidt zich, en vreet aan wat het tegenkomt. Die zonde werd ons nooit opgedrongen. Wij hebben ervoor gekozen. Romeinen 3:23 zegt dat allen gezondigd hebben, en daardoor iets missen van Gods heerlijkheid.

Eén van Gods mooiste geschenken aan ons, is onze vrije wil. God heeft geen plezier in een soort gedwongen aanbidding door een stel robots; Hij dwingt ons niet om Hem lief te hebben. Hij gaf ons de vrijheid om Hem lief te hebben, of om Hem niet lief te hebben. Alleen als we ervoor kiezen om uit liefde bij Hem te komen, kunnen we een echte, complete, alles veranderende relatie met Hem beleven wanneer we zijn wil verkiezen boven onze eigen egoïstische verlangens. Onze vrije wil geeft ons ook de keuze om, in plaats daarvan, ervoor te kiezen om onszelf te dienen. En dát is wat er is gebeurd, vanaf het begin van de mensheid tot op de dag van vandaag.

Psalm 53:2-4 (HSV): “De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God. Zij handelen verderfelijk, zij bedrijven gruwelijk onrecht; er is niemand die goeddoet. God heeft uit de hemel neergezien op de mensenkinderen, om te zien of er iemand verstandig was, iemand die God zocht. Ieder van hen heeft zich afgekeerd, tezamen zijn zij verdorven, er is niemand die goeddoet, zelfs niet één.”

Tot op de dag van vandaag ondergaan wij de gevolgen van duizenden jaren van zonde, en van de chaos en verwoesting die de zonde heeft voortgebracht. Het is alleen maar aan Gods vele ingrijpen te danken dat het niet nóg slechter met de wereld gesteld is.

Reflectie: Zijn wij geneigd om anderen, of zelfs God, de schuld te geven voor het verval van deze schepping? Zijn we er klaar voor om samen met God te leven om weer te kunnen genieten van zijn oplossingen?