Titus, deel tweeVoorbeeld

Let op je woorden

“Evenzo moeten de oudere vrouwen in hun gedrag zijn zoals het heiligen past: geen kwaadspreeksters...” (Titus 2:3, HSV)

Paulus’ aanwijzingen voor oudere mannen gaan naadloos over in aanwijzingen voor vrouwen. Voor hen geldt feitelijk hetzelfde als voor de mannen. Ook hun gedrag moet passen bij hun status als 'heilige'. Ze zijn door God gereinigd van zonde en apart gezet voor Hem; die positie houdt vervolgens een roeping in om heilig te leven.

Er zijn een paar specifieke aansporingen die vooral op vrouwen van toepassing zijn.

De eerste gaat over geroddel of kwaadspreken. Dit kan heel subtiel zijn, maar richt ongemerkt veel schade aan. Woorden kunnen namelijk vlijmscherp zijn! Door negatieve woorden kunnen we iemands reputatie schaden. Een neerbuigende opmerking kan de ander bezeren. Roddelen schaadt het vertrouwen dat onze medemensen in ons hebben.

Ook de apostel Jakobus gaat in op de macht van de tong. Dit kleine lichaamsdeel is vrijwel ontembaar, zegt hij: “...Als iemand in woorden niet struikelt, is hij een volmaakt man, die bij machte is om ook het hele lichaam in toom te houden” (Jakobus 3:2, HSV). Maar net zoals er geen zout en zoet water uit dezelfde bron kan komen, zo mag onze mond geen zegen en vloek spreken. We mogen onszelf niet verontreinigen door kwaad te spreken, te liegen en te vloeken, maar moeten altijd het goede spreken.

Vind jij het moeilijk om je tong in bedwang te houden? Wat helpt om daar sterker in te worden?