De mooiste BijbelverzenVoorbeeld

Als ik flinke griep heb, heb ik altijd vreselijke nachtmerries. Een terugkerende droom is die waarin ik lijk te vallen in het oneindige. Zwevend in het niets. Het soort droom waar je nog dagen last van kunt hebben. Zelf denk ik dat de droom te maken heeft met de eeuwigheid en angst voor de hel. Als we zonder geloof sterven, vallen we bij onze dood over de rand van een afgrond waar we nooit meer uit kunnen ontsnappen.

Wij dienen gelukkig een goede God. Een vergevende God. Hij is zo trouw dat Hij zijn Zoon, onze Heere Jezus, over had voor de dood. Zo lief had Hij ons! In het geloof in Jezus Christus ontvangen wij vergeving van onze zonden. Door Hem mogen wij ons in vertrouwen laten vallen. Zijn eeuwige armen dragen ons.

In Oostenrijk zag ik dagelijks paragliders door de lucht zweven. Ze gingen met de liftjes helemaal naar de top van de berg. Op tweeduizendmeter hoogte zochten ze een punt met een steil aflopende helling. Na een klein stukje rennen begonnen ze te zweven op de wind. Het moet een geweldig gevoel geven. Zweven als een vogel tussen die schitterende natuur en machtige bergtoppen. Tegelijk zou ik het niet snel durven. Je vertrouwt volledig op een groot scherm waar je onder hangt. Alleen daarom durf je de sprong te wagen en je te laten vallen. Minder ervaren springers kunnen samen met een ervaren paraglider de vlucht maken. Dit noemen we de tandemsprong. Je ziet dit ook regelmatig bij parachutespringen.

Dit is een beeld van ons geloof. Zonder God zijn de bergen te hoog. De dalen te diep. Met God samen, in volledig vertrouwen op Hem, kunnen we ons laten vallen. In het geloof maken we een tandemsprong met Jezus. We vertrouwen ons volledig aan Hem toe. Zonder Hem vallen we, met Hem zijn we eeuwig gedragen. Nog steeds kan het dan stormen in ons leven. Wat een rust geven deze machtige en eeuwige armen die ons dragen. In dagen van moeite, pijn en vragen. Rusten in zijn armen. In zijn bescherming zijn wij veilig. Ik moet ook denken aan de gelijkenis van het verloren schaap. De Goede Herder gaat op zoek en als Hij het schaap gevonden heeft, zijn het de sterke armen van de Herder die het dier optillen. Veilig draagt Hij het schaapje in zijn armen naar huis.

Deze tekst uit Deuteronomium komt uit de toespraak van Mozes aan het einde van zijn leven. Samen met het volk heeft hij veertig jaar door de woestijn getrokken. Ze leefden in tenten. De mensen verlangden naar stevige huizen, een plek om voor langere tijd te wonen. In deze context zien we de tekst. Mozes zegt: 'Waar jullie ook gaan wonen, vertrouw op God, laat Hem jullie woning zijn'. Misschien ga je binnenkort wel trouwen. Of hebben jullie plannen om te verhuizen. Waar je ook gaat wonen, ook dit huis moet eens verlaten worden. “Relinquenda” schrijft God boven al onze woningen. Dit betekent:“het moet weer verlaten worden”. Houden wij hier rekening mee? Op aarde zullen wij altijd pelgrims blijven. Er is nog een diepere betekenis in deze woorden te vinden. Woning betekent hier thuis zijn. Je woning is een veilige plaats, waar je kunt rusten en jezelf zijn. In God zijn wij thuis! Voor eeuwig! Wat we onderweg ook meemaken. We zijn op reis naar huis. Ons eeuwige huis wat we nooit meer zullen verlaten!

Een lift brengt ons van beneden naar de vierentwintigste verdieping van een wolkenkrabber. In de lift hangt altijd een bordje met daarop de tekst: “Maximaal tien personen, of maximaal tweeduizend kilogram”. In Gods sterke armen hoeven we hier geen rekening mee te houden. Het zijn eeuwige armen. Zij reiken van de hemel tot de aarde. Wat het gewicht van ons leven ook is. Welke last we ook moesten dragen. In het geloof in Christus worden we opgetild. Laten we leven met dit verlangen.

Til mij op Heere, eeuwig in Uw armen.