De dood en opstanding van de KoningVoorbeeld

Jezus werd verworpen door Zijn eigen volk

“Toen kwamen de overpriesters en de schriftgeleerden en de oudsten van het volk bijeen in het paleis van de hogepriester, die Kajafas heette; en zij overlegden met elkaar om Jezus met list te grijpen en te doden” (Mattheüs 26:3-4, HSV).

In Psalm 2:2 (HSV) lezen we: “De koningen van de aarde stellen zich op en de vorsten spannen samen tegen de HEERE en tegen Zijn Gezalfde”. Dat lijkt helaas een terugkerend patroon te zijn in de wereldgeschiedenis.

De verzen die we vandaag uit Mattheüs lezen, zijn nog tragischer omdat hier Israëls godsdienstige leiders precies hetzelfde doen. Israël was Gods eigen volk. Hij had een verbond met hen gemaakt en talloze profeten kondigden de komst aan van een messias die vrede en herstel zou brengen. Maar toen deze Redder kwam, beschouwden de godsdienstige leiders Hem als een bedreiging voor hun goede positie. Ze wezen Hem af. De overpriesters, die de mensen moesten helpen en aanmoedigen om God te dienen, beraamden de dood van zijn Gezalfde, de Messias.

Een paar hoofdstukken eerder vertelde Jezus een verhaal over arbeiders die een wijngaard huurden. In de oogsttijd stuurde de eigenaar van de wijngaard zijn zoon om zijn deel van de oogst in ontvangst te nemen. Maar de arbeiders zeiden: “... Dit is de erfgenaam. Kom, laten we hem doden en zijn erfenis voor onszelf houden” (Mattheüs 21:38, HSV).

Dit verhaal ging over de overpriesters, en dat hadden ze terdege in de gaten. Deze mannen doodden Gods Zoon om hun eigen belangen te beschermen.

Wat roept dit verhaal bij jou op?