De boodschap van Mattheüs: zeven kernpuntenVoorbeeld

Genezen van melaatsheid

“En zie, er kwam een melaatse. Die knielde voor Hem [= Jezus] neer ...” (Mattheüs 8:2, HSV).

Hier komen we een man tegen wiens leven getekend is door afwijzing en afschuw. Zijn leven is stuk, zijn carrière is weg, zijn relaties zijn voorbij, zijn lichaam wordt afgebroken. Het enige waar hij naar heeft uit te kijken is eenzaamheid, steeds meer lichaamsdelen die afvallen en uiteindelijk de dood. En nu hoort hij over een man die allerlei zieken geneest.

En voor één keer in zijn leven gaat hij niet weg, maar komt hij dichterbij. Hij hobbelt op zijn mismaakte voeten naar Jezus toe. Jezus blijft staan. 'Here Jezus, U hebt me laten komen. Ik ben hier. Ik lig geknield. Zeg nou niet: 'Ga weg!''

Nu maak ik even een uitstapje. Melaatsheid of lepra is niet zomaar een ziekte. Het is een beeld van de zonde. Lepra begint met een klein wit plekje dat nauwelijks opvalt. Zonde begint ook zo klein, maar het krijgt je steeds meer in haar greep. Zonde is lelijk, afschuwwekkend, ongeneeslijk, besmettelijk, verminkend en leidt tot de dood. Aan de buitenkant van de melaatse zien we de lelijkheid en de hopeloosheid die we zouden kunnen zien als de zonde binnenin ons zichtbaar zou zijn. Lepra is als het ware een röntgenfoto van de zonde.

Ik wil jou uitnodigen: kniel voor Jezus! Misschien denk je: Daar zit ik niet op te wachten, om met een lepralijder vergeleken te worden. Maar het is niet hopeloos, omdat we weten dat er genezing mogelijk is. Er is wat aan te doen. En dat is knielen voor Jezus.