De beloftes in Hosea voor jou vandaagVoorbeeld

God wil met de relatie tussen Hosea en Gomer de relatie van God met zijn volk laten zien. Hij wil daarmee het volk tot inzicht laten keren.
Het huwelijk tussen Hosea en Gomer komt als opvolging van de eerste opdracht die Hosea van God ontvangt.
Daarna geeft God bij de geboorte van elk kind ook een opdracht.

God heeft voor elk kind een naam en geeft Hosea de opdracht om deze namen te geven.
Met de betekenissen van de namen legt God ook gelijk uit waarom nou precies deze namen gegeven moeten worden.
Eerst is daar Jizreël een zoon met de naam ‘God zaait’.
Dan is er een dochter met de naam ‘Ik ontferm mij niet langer voor jullie’.
En als laatste een zoon met de naam ‘jullie zijn mijn volk niet meer’.

Wat mij opvalt, is dat tussen Lo-Ruchama en Lo-Ammi een zinnetje staat wat betrekking heeft op het volk Juda:

"Maar over het huis van Juda zal Ik Mij ontfermen, en Ik zal hen verlossen door de HEERE , hun God. Ik zal hen echter niet verlossen door boog, door zwaard, door strijd, door paarden of door ruiters" (Hosea 1:7 HSV).

God wil duidelijk maken op wie de boodschap betrekking heeft: 'Let op mensen, Ik heb het hier over het volk van Israël. Juda doet het prima, zo hadden jullie het ook kunnen doen. Ik zal mij wel met hen bezighouden en dat doen vanuit mijn liefde, zonder geweld'.

Alsof Hij zegt: ‘Zo kan het dus ook, jullie hebben het hier zelf naar gemaakt.’
Israël is keer op keer ontrouw aan God. Zodanig dat God er echt klaar mee is.
Het is niet voor niets dat het derde kind de naam ‘Jullie zijn mijn volk niet meer’ moet dragen. Het zijn als het ware de scheidingspapieren van God aan het volk Israël.
Ze hebben genoeg kansen gekregen.

‘alsof ik hun steeds zou moeten vergeven.’

Houdt Hij echt niet meer van Israël?
Geduld, een van Gods karaktereigenschappen, blijkt toch niet eindeloos te zijn?
Of gaat het hier over de grenzen die het volk Israël steeds weer overtreedt en waar God een grens stelt. Zoals een vader zijn kind begrenst.

Het laat mij nadenken.
Welke grenzen zoek ik steeds weer op?
Zou God niet ook met mij allang een grens hebben bereikt?

Bid je mee?
Heer mijn God, ik mag weten dat ik bij uw volk hoor. Dank u wel.
Vergeef mij Heer voor alle grenzen die ik weer heb overschreden, voor alles waarin ik U pijn heb gedaan. Heer, ontferm U.
Amen.