Nisan 13

"Dus vanaf de avond van de 14e dag van de eerste maand tot de avond van de 21e dag van die maand moeten jullie ongegist brood eten.Zeven dagen lang mag er helemaal geen gist in jullie huizen zijn. Iedereen die iets eet dat met gist is klaargemaakt, moet worden gedood. Het maakt niet uit of hij een vreemdeling is of dat hij een Israëliet is" (Exodus 12:18-19, BB).

Baruch (Geprezen is God)
Waar ben je God vandaag dankbaar voor?

Shekina (Gods aanwezigheid)
Waar nodig je Gods aanwezigheid voor uit vandaag?

Deze dag heet in Israël de dag van voorbereiding op Pesach, wanneer het huis gereinigd moet zijn van alle zuurdesem, oftewel gist. Dit schoonmaken is al weken aan de gang, want alles wat gist bevat moet het huis uit. Van koekjes tot bier, van brood tot saus of pakjes soep. Op het laatst gaat iedereen zoeken, onder tafels, bedden en in kasten. Voor de kinderen wordt expres een beetje brood verstopt. Zo wordt duidelijk gemaakt dat alle gist, symbool voor het slechte of de zonde, opgeruimd moet worden. Pesach is een nieuw begin en niets van het oude blijft er meer over. Zeven dagen lang mag er niets met gist gegeten worden zoals God had gezegd.

Paulus zegt het zo: "Jullie opschepperij slaat nergens op als jullie zulke dingen gewoon laten gebeuren. Jullie weten toch dat door een klein beetje gist al het deeg gaat gisten? Doe daarom alles wat slecht is uit de gemeente weg want anders zullen er steeds meer slechte dingen gedaan worden. Je zou het zó kunnen zeggen: met Pasen wordt altijd het oude brood weggegooid, brood dat was klaargemaakt met gist. Dan wordt er vers brood gebakken, zónder gist. Jullie zijn dat verse brood zonder gist, en Jezus is het Paaslam dat voor ons werd geslacht" (1 Korintiërs 5:6-7, BB).

Morgen bij zonsondergang begint Pesach. Het is dezelfde avond als toen Jezus ruim duizend jaar na die uittocht zijn Laatste Avondmaal deelde met de discipelen, waarna Hij naar Gethsémané ging en bad: ‘Niet Mijn wil maar Uw wil geschiede.’

En nu ruim tweeduizend jaar later vieren wij ditzelfde feest. God wil ons verlossen zoals Hij het volk Israël verloste en bevrijdde. Maar bovenal gaf God zijn eigen Zoon om ons te verlossen en te bevrijden van al het slechte in ons leven: zonde, schuld, schaamte, bitterheid, angst of onderdrukking.