Geloof; Deel 2 van 3Voorbeeld

Het geloof kan verwijdering veroorzaken

Jezus zei: “Denkt u dat Ik gekomen ben om vrede te brengen op de aarde? Nee, zeg Ik u, maar eerder verdeeldheid” (Lukas 12:51, HSV).

Het geloof geeft eenheid over allerlei grenzen heen, zagen we gisteren. Mensen die verder niets met elkaar gemeen hebben, raken door hun geloof in Jezus Christus met elkaar verbonden. Maar geloof kan mensen ook juist van elkaar laten vervreemden.

Als iemand tot geloof komt, is dat niet alleen voor hem- of haarzelf een grote verandering. Ook familie en vrienden zullen dat merken en soms negatief reageren. De eerste christenen kwamen bijvoorbeeld in de problemen als ze niet langer wilden offeren aan Romeinse goden of aan de keizer. Vandaag de dag kan het gebeuren dat iemand die altijd volop meedeed met wilde feestjes, zich daar niet langer thuis voelt nu hij Jezus heeft leren kennen. Daar kunnen vriendschappen zomaar op stuklopen. Of iemand gaat voortaan regelmatig naar de kerk, en laat daardoor verstek gaan bij familiefeestjes of de zondagochtendbrunch met het gezin. Dit soort dingen kunnen fricties of zelfs ruzies veroorzaken. Paulus en zijn collega’s wisten daar alles van. Paulus was zelf een Jood, maar toen hij christen geworden was, ondervond hij enorme vijandigheid van zijn volkgenoten. Zo erg zelfs dat hij in een brief schreef: “... bid voor ons … dat wij verlost mogen worden van de slechte en boosaardige mensen. Want niet allen hebben het geloof” (2 Thessalonicenzen 3:1-2, HSV).

Zijn er in jouw leven relaties bemoeilijkt of stukgelopen door jouw geloof in de Heere Jezus? Hoe ga je daarmee om?