De overwinning behalen met JezusVoorbeeld

Een nieuwe naam

“... Aan wie overwint [...] Ik zal hem een witte steen geven met op die steen een nieuwe naam geschreven, die niemand kent dan wie hem ontvangt” (Openbaring 2:17, HSV).

In de oudheid hadden witte stenen verschillende betekenissen. Ze werden bijvoorbeeld gebruikt om vriendschap te verbeelden. Denk aan vriendschapskettinkjes en -armbandjes vandaag de dag. Witte stenen konden ook uitgedeeld worden als toegangsbewijs voor een feest. Wellicht spelen beide betekenissen mee in de brief aan de gelovigen in Pergamus. Want wie volhardt in het geloof, mag een vriend van Jezus zijn en is welkom op zijn feest.

In de tijd dat deze brief geschreven werd, was het niet ongebruikelijk om een nieuwe naam aan te nemen. De eerste Romeinse keizer bijvoorbeeld noemde zichzelf Augustus, ‘de verhevene’. Dat paste bij zijn nieuwe status als hoogste heerser. In de Bijbel staan ook verschillende voorbeelden van mensen die een nieuwe naam kregen. Jezus noemde zijn discipel Simon ‘Petrus’, rots. En Abram werd ‘Abraham’, vader van veel volken. Die namen waren betekenisvol, ze pasten bij de persoon.

Op de witte steen schrijft God een nieuwe naam. Als jij een kind van God wordt, krijg je een nieuwe identiteit. Dan maakt Hij jou tot een nieuw mens. Je gaat deel uitmaken van “een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk” (1 Petrus 2:9, HSV). En daar hoort dus ook een nieuwe naam bij. Uniek en persoonlijk, precies passend bij jou.

Als jij een nieuwe naam mocht kiezen, welke zou je dan nemen? Wat maakt die naam speciaal voor jou?