Een nieuw begin | Over Gods trouw in het boek JesajaVoorbeeld

Zie de grootheid van God

Weet u het niet? Hoort u het niet?

Jesaja 40:21

Vind je ook dat het lijkt alsof Jesaja een tikje verontwaardigd is in dit stuk: Weet je het niet? Hoort u het niet? Je zou toch beter moeten weten? En ik merk dat ik iedere keer als ik dit lees de neiging heb om me te verdedigen. Natuurlijk weet ik dit wel, natuurlijk heb ik dit gehoord. Maar soms vergeet je het een beetje en is het goed er bewust bij stil te staan.

Jesaja probeert in woorden te vatten hoe groots en machtig God is. God is niet te vergelijken met wat dan ook in de kosmos. Hij heeft geen onderwijs nodig, geen raad van wijze mensen, geen inzicht van anderen. Hij is geen onderdeel van de schepping, maar de Oorsprong, het Begin, de Aanjager van alles. Als een kundig vakman heeft God de aarde vormgegeven. De oceanen, gebergten en wildernis die wij als machtig en groots beschouwen, zijn door Hem begrensd en afgebakend, een afgemeten maat. Zo wordt de grootheid van God benadrukt.

Wist je dat één kubieke meter sneeuw meer dan achttien miljoen verschillende sneeuwvlokken bevat? Iedere vingerafdruk van ieder mens is uniek. Meer dan 8 miljard aardbewoners bevatten ieder tien unieke vingerafdrukken. Hij is zo creatief en groot dat zijn hand het water van de oceanen kan bevatten. Het roept een beeld op dat niet in ons hoofd past.

God is zo groot dat de eilanden door zijn vingers glijden als fijnstof, de volken zijn als een druppel aan een emmer. Je merkt niet of die druppel er hangt of gevallen is.

Met wie zou je God willen vergelijken?

Met afgoden? Kijk naar hen, zegt Jesaja, ze stellen niets voor, want ze zijn door mensen bedacht en gemaakt. Kijk naar de leiders van de aarde. Ze komen en gaan. En net als een paar verzen ervoor, beschrijft hij dat deze mensen tijdelijk zijn. Een moment machtig in hun tijd, maar het volgende moment alweer vergeten en vergaan. Een troostvolle gedachte als er een leider is die een puinhoop creëert: hij is tijdelijk en wordt vervangen. In tegenstelling tot God: God blijft, van eeuwigheid tot eeuwigheid.

Met wie zou je God kunnen vergelijken?

Met niemand! We weten het toch? Het is toch al vanaf het begin aan ons verteld? En dan daagt God zélf de mens uit: ‘Met wie zou u Mij willen vergelijken, of aan wie ben Ik gelijk?’

Zelfs de ontelbare sterren, in de tijd van de schrijver vaak aanbeden als goden, zijn door God geschapen en op hun plek gezet…

We weten toch hoe groots, uniek, prachtig en wonderbaarlijk God is?

Opdracht

Dit stuk is een opmaat naar de vraag die morgen gesteld wordt door Jesaja in vers 27: Áls je weet dat God zo groot is, waarom zeg je dan…

Maar die vraag wordt vandaag nog niet gesteld. Doe vandaag ‘gewoon’ waar de Heilige God je toe oproept: sla je ogen op. Ga naar buiten, kijk naar de schepping, zie de grootheid van de sterren en besef dat deze écht in het niet vallen bij de almacht en grootheid van God. Spreek je ver- en bewondering naar Hem uit.