Maar Job antwoordde hem: Begrepen jullie maar echt hoe verdrietig ik ben! Kon mijn verdriet maar op een weegschaal worden gewogen! Dan zouden jullie zien dat het zwaarder is dan al het zand van de zee bij elkaar. Ik kan er geen woorden voor vinden. Want de Allerhoogste God heeft mij met zijn pijlen geraakt. Het gif trekt in mijn hart. Gods rampen staan als een leger tegenover mij. Als een ezel groen gras te eten heeft, balkt hij dan? Als een koe bij een volle voerbak staat, loeit hij dan? Is iets wat nergens naar smaakt, zonder zout te eten? Zit er smaak aan het wit van een rauw ei? Wat heb ik aan jouw woorden? Ze zijn als eten zonder zout! Ik hoef ze niet! Waarom luistert God niet naar mijn gebed? Waarom geeft Hij mij niet waar ik zo naar verlang? Verpletterde God mij maar in één keer! Liet Hij mij maar eindelijk los en maakte Hij er een eind aan! Dat zou mij troosten en mij blij maken. Het zou wel pijn doen, maar ik zou blij zijn. Want ondanks alles ben ik nooit ontrouw aan Hem geweest. Ik heb geen kracht meer over. Ik heb niets meer te verwachten. Waarom zou ik nog langer willen leven? Ik ben toch niet van steen? Mijn lichaam is toch niet van koper? Ik ben helemaal hulpeloos. Ik weet me geen raad meer. Een mens die geen medelijden toont met een vriend in nood, heeft geen ontzag voor de Almachtige God. Ik kan niet vertrouwen op mijn vrienden. Ze zijn zo onbetrouwbaar als het water in een beek. Eerst bruist de beek vol van water, als het ijs en de sneeuw op de bergen smelten. Maar als het warm wordt, stroomt er steeds minder water in. En als het zomer is, is er niets van overgebleven.
Lees Job 6
Luisteren Job 6
Delen
Alle vertalingen vergelijken: Job 6:1-17
Sla Bijbelteksten op, lees offline, bekijk onderwijsvideo's en meer!
Thuisscherm
Bijbel
Leesplannen
Video's