Job 40:10-24

Job 40:10-24 STV

Zie nu Behemoth, welken Ik gemaakt heb nevens u; hij eet hooi, gelijk een rund. Zie toch, zijn kracht is in zijn lenden, en zijn macht in den navel zijns buiks. Als het hem lust, zijn staart is als een ceder; de zenuwen zijner schaamte zijn doorvlochten. Zijn beenderen zijn als vast koper; zijn gebeenten zijn als ijzeren handbomen. Hij is een hoofdstuk der wegen Gods; Die hem gemaakt heeft, heeft hem zijn zwaard aangehecht. Omdat de bergen hem voeder voortbrengen, daarom spelen al de dieren des velds aldaar. Onder schaduwachtige bomen ligt hij neder, in een schuilplaats des riets en des slijks. De schaduwachtige bomen bedekken hem, elkeen met zijn schaduw; de beekwilgen omringen hem. Zie, hij doet de rivier geweld aan, en verhaast zich niet; hij vertrouwt, dat hij de Jordaan in zijn mond zou kunnen intrekken. Zou men hem voor zijn ogen kunnen vangen? Zou men hem met strikken den neus doorboren kunnen? Zult gij den Leviathan met den angel trekken, of zijn tong met een koord, dat gij laat nederzinken? Zult gij hem een bieze in den neus leggen, of met een doorn zijn kaak doorboren? Zal hij aan u veel smekingen maken? Zal hij zachtjes tot u spreken? Zal hij een verbond met u maken? Zult gij hem aannemen tot een eeuwigen slaaf? Zult gij met hem spelen gelijk met een vogeltje, of zult gij hem binden voor uw jonge dochters?