De Klaagliederen van Jeremia 3:34-36

De Klaagliederen van Jeremia 3:34-36 STV

Lamed. Dat men al de gevangenen der aarde onder zijn voeten verbrijzelt; Lamed. Dat men het recht eens mans buigt voor het aangezicht des Allerhoogsten; Lamed. Dat men een mens verongelijkt in zijn twistzaak; zou het de Heere niet zien?