Deuteronomium 34:1-4

Deuteronomium 34:1-4 HSV

Toen beklom Mozes, vanuit de vlakten van Moab, de berg Nebo, de top van de Pisga, die recht tegenover Jericho ligt. En de HEERE liet hem heel het land zien: van Gilead tot Dan, heel Naftali, het land van Efraïm en Manasse, heel het land van Juda tot aan de zee in het westen, het Zuiderland, de vlakte van de vallei van Jericho, de palmstad, tot aan Zoar. En de HEERE zei tegen hem: Dit is het land waarvan Ik Abraham, Izak en Jakob gezworen heb: Aan uw nageslacht zal Ik het geven. Ik heb het u met uw eigen ogen laten zien, maar u mag daarheen niet oversteken.