Job 38:1-11

Job 38:1-11 HSV

Daarna antwoordde de HEERE Job uit een storm en zei: Wie is hij die Mijn raad duister maakt met woorden zonder kennis? Omgord nu als een man uw heupen, dan zal Ik u ondervragen. Maak Mij eens bekend: Waar was u toen Ik de aarde grondvestte? Maak het bekend, als u echt inzicht hebt. Wie heeft haar afmetingen bepaald? U weet het immers wel. Of wie heeft het meetlint over haar uitgespannen? Waarop zijn haar pijlers neergezonken? Of wie heeft haar hoeksteen gelegd, toen de morgensterren samen vrolijk zongen, en al de kinderen van God juichten? Of wie heeft de zee met deuren afgesloten, toen zij losbarstte en uit de baarmoeder naar buiten kwam, toen Ik haar een wolk gaf als kleding, en de donkere wolken als haar omslagdoek. Ik stelde haar Mijn grens, en plaatste een grendel en deuren, en zei: Tot hiertoe mag u komen en niet verder, hier zal zich een grens stellen tegen de glorie van uw golven.