Psalm 88:1-8

Psalm 88:1-8 HSV

HEERE, God van mijn heil, overdag en in de nacht kom ik voor U en roep ik. Laat mijn gebed voor Uw aangezicht komen, neig Uw oor tot mijn roepen. Want mijn ziel is verzadigd van ellende, mijn leven raakt bijna het graf. Ik word gerekend tot hen die in de kuil neerdalen, ik ben geworden als een man zonder kracht, afgezonderd onder de doden, net als de gesneuvelden, die in het graf liggen: aan hen denkt U niet meer! Zíj zijn afgesneden van Uw hand. U hebt mij in de onderste kuil gelegd, in duistere oorden, in diepten. Uw grimmigheid leunt op mij, U hebt mij neergedrukt door al Uw golven. Sela