1 Korinthiërs 10:29-30

1 Korinthiërs 10:29-30 HTB

Het gaat dus niet om uw geweten, maar om het zijne. Maar waarom zou mijn vrijheid moeten worden beperkt door andermans geweten? Als ik God dank voor wat ik eet, hoe durft die ander er dan iets van te zeggen? Ik dank God toch!