De Bijbel Van Jezus - Op Weg Naar Pasen Met Het Oude TestamentVoorbeeld

Manna en het Brood des Levens

In het deel van Johannes 6 dat vooraf gaat aan onze tekst van vandaag, staat het verhaal van het wonder van de vijf broden en de twee vissen. Jezus gebruikt deze vijf broden en twee vissen om een hele menigte mensen te voeden. Dit is het enige wonder dat door alle vier de evangelieschrijvers wordt opgeschreven. Kennelijk werd het door elk van hen als een heel belangrijk wonder of teken gezien.

Na dit wonder gaan de mensen achter Jezus aan, op zoek naar meer. Dan ontstaat er een gesprek tussen Jezus en de mensen. Het gaat over manna, het brood dat de Israëlieten in de woestijn aten. God gaf hen elke dag dat brood. Zolang ze door de woestijn trokken zorgde dat brood voor de verzadiging van hun lichamelijke honger.

We zagen gisteren al dat een mens niet alleen lichamelijke behoeften heeft, maar ook geestelijke. Jezus verwijst daar in dit gedeelte ook naar als Hij zegt dat Hij het brood is dat leven geeft. Wie bij Hem komt zal geen honger meer hebben.

God hield de Israëlieten in de woestijn in leven door ze elke dag het manna te geven. Zo ondersteunde Hij hen op hun reis naar het beloofde land. Zoals God het manna gaf aan Israël, zo geeft Hij ook het Brood des Levens (Jezus) aan ons. Dat brood is er om ons leven te geven en ons verder te helpen op onze weg met God.

Vraag:

De Israëlieten moesten er op leren vertrouwen dat God elke dag opnieuw manna zou geven. Ze konden het manna niet tot de volgende dag bewaren. Daaruit kunnen ook wij iets leren over God. Als je terugkijkt op je leven, zie je dan de zorg van God voor jou? Durf je er op te vertrouwen dat God er ook vandaag voor je zal zijn? God wil voorzien in je behoeften, zowel je lichamelijke als je geestelijke.