Honger in Jesaja 58

Jaren geleden werd ik door Compassion uitgenodigd voor de release van een nieuwe film: How to live ’58. Hoe kan ik leven volgens Jesaja 58. In de film zag ik hoe kinderen in diepe armoede leefden, hoe ze uitgebuit werden als slaven in steengroeven, hoe ze leden onder de gevolgen van aids en malaria. Ik zag de gevolgen van vervuild drinkwater, het mentale effect van armoede op een klein kind: alle dromen in een betere toekomst waren verloren. Er waren überhaupt geen dromen meer, want die kwamen toch nooit uit. Ik zat daar met tranen in mijn ogen en een diepe pijn in mijn hart. Ik voelde de ongelijkheid van de wereld en de machteloosheid om hier iets aan te kunnen veranderen. Maar toch… toch verlamde de film mij niet, want het bepaalde mij bij de indringende woorden van Jesaja 58 en de oproep die daarin doorklinkt. God roept ons om op te staan en ons leven in te zetten voor de mensen in nood.

Hij zegt tegen Jesaja in 58:6:

6 Is dit niet het vasten dat Ik verkies:

misdadige ketenen losmaken,

de banden van het juk ontbinden,

de verdrukten bevrijden,

en ieder juk breken?

7 Is het niet: je brood delen met de hongerige,

onderdak bieden aan armen zonder huis,

iemand kleden die naakt is,

je bekommeren om je medemensen?

Hoe kun jij God dienen volgens Jesaja 58? Door om te zien naar je naaste, de mens die heel dicht bij je woont of iets verder weg. De mens die door God op je weg geplaatst wordt, die je misschien zomaar onderweg tegenkomt in de trein, of in een winkel. Die buurman in de straat of dat stel bij jou in de wijk. Het gaat om de vluchteling en de asielzoeker, de dakloze en de zwerver. Om die mens, die honger heeft, dakloos is of geen kleren heeft, om die mens mag je je bekommeren, zo staat er in vers 7. Daar mag jij je over ontfermen. Daar mag jij liefde uitdelen en helpen. Met die mens mag je je leven delen, je hart delen. Aan die mens mag je de liefde van God doorgeven. En echt, God vraagt geen grote dingen van je. Het gaat om je hart. Is er in jouw hart bewogenheid met de ander, die honger heeft of in armoede leeft? Lijkt jouw hart hierin op het hart van God?

Wanneer je zo leeft, verbindt God daar ook een prachtige zegen aan. Lees het in vers 10:

10 wanneer je de hongerige schenkt

wat je zelf nodig hebt

en de verdrukte gul onthaalt,

dan zal je licht in het donker schijnen,

je duisternis wordt als het licht van het middaguur.

Laat zo je licht maar schijnen, bij alles wat je doet, opdat de mensen zeggen: God is goed!