Gelukkig ben je, als je hongertVoorbeeld
Gelukkig ben je, als je hongert naar gerechtigheid
Mattheus 5:3,6: ‘Gelukkig wie nederig van hart zijn, want voor hen is het Koninkrijk van de hemel. Gelukkig wie hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden.’
Het Koninkrijk van God, daar wil je toch zeker bij horen! Tenminste, dat hoop ik wel! Maar hoe hoor je dan te leven, als je bij dat Koninkrijk hoort? Jezus doet hier een aantal rake uitspraken over. Op een bepaald moment overzag Jezus de menigte, klom op een berg en sprak de bekende Bergrede uit. Hij vertelt hier over hoe je leven eruit hoort te zien als onderdaan van Zijn Koninkrijk. Zalig ben je, ziels gelukkig! In de hemel te prijzen! Wanneer? Als je nederig van hart bent: dan is het Koninkrijk van God voor jou. Je bent zalig, als je hongert en dorst naar gerechtigheid. Als je hongert en hunkert naar dingen die recht zijn, als je dorst en smacht naar mogelijkheden om onrecht te stoppen, dan noemt Jezus je gelukkig.
Wanneer je de liefde van God in je leven kent en ervaart, dan wordt dat de drijfveer in je leven. Dan verlang je ernaar, om die liefde zichtbaar te maken in de wereld om je heen. En dan gaat het vooral om je houding naar de naaste. Wees zachtmoedig en rein van hart, wees nederig, geef geen aanstoot, keer iemand ook je andere wang toe, en heb je vijanden lief.
Dan lees ik tot slot in Mattheus 25:31 - 40: ‘Wanneer de Mensenzoon komt, omstraald door luister en in gezelschap van alle engelen, zal Hij plaatsnemen op zijn glorierijke troon. 32 Dan zullen alle volken voor Hem worden samengebracht en zal Hij de mensen van elkaar scheiden zoals een herder de schapen van de bokken scheidt; 33 de schapen zal Hij rechts van zich plaatsen, de bokken links. 34 Dan zal de Koning tegen de groep aan zijn rechterzijde zeggen: “Jullie zijn door mijn Vader gezegend, kom en neem deel aan het koninkrijk dat al sinds de grondvesting van de wereld voor jullie bestemd is. 35 Want Ik had honger en jullie gaven Mij te eten, Ik had dorst en jullie gaven Mij te drinken. Ik was een vreemdeling en jullie namen Mij op, 36 Ik was naakt en jullie kleedden Mij. Ik was ziek en jullie bezochten Mij, Ik zat gevangen en jullie kwamen naar Mij toe.” 37 Dan zullen de rechtvaardigen Hem antwoorden: “Heer, wanneer hebben wij U hongerig gezien en U te eten gegeven, of dorstig en U te drinken gegeven? 38 Wanneer hebben wij U als vreemdeling gezien en opgenomen, U naakt gezien en gekleed? 39 Wanneer hebben wij gezien dat U ziek was of in de gevangenis zat en zijn we naar U toe gekomen?” 40 En de Koning zal hun antwoorden: “Ik verzeker jullie: alles wat jullie gedaan hebben voor een van de geringsten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie voor Mij gedaan.”
Laat het ons gebed zijn voor vandaag:
‘Grote Hemelvader,
Open mijn hart, zodat Uw Geest mij kan vullen met liefde en bewogenheid.
Open mijn ogen, zodat ik zie waar ik verschil kan maken. Open mijn mond, zodat ik met mijn woorden een zoutend zout kan zijn, en een lichtend licht.
Open mijn handen, zodat ik kan zegenen en omarmen.
Open mijn oren, zodat ik leer luisteren naar de diepe nood op deze aarde. Laat de verhalen van verlies, pijn, vernedering mijn hart raken en laat het me in beweging zetten om recht te doen. Opdat ik verzadigd zal worden met Uw aanwezigheid en vrede. Amen’
Over dit leesplan
Dit leesplan - geschreven door Anne-Minke Hakvoort voor Compassion op Groot Nieuws Radio - gaat over ‘honger’. De Bijbel brengt het heel dichtbij: Gods opdracht is om je over de hongerigen te ontfermen. Je gaat je verdiepen in de zaligspreking: je bent zalig als je hongert naar gerechtigheid. Je leert van Jezus, het Brood des levens. Als laatste richt je je op de eeuwigheid, waar nooit meer honger zal zijn.
More
We willen Compassion Nederland bedanken voor het verstrekken van dit plan. Ga voor meer informatie naar: https://cmpsn.nl/YouVersion