Laat de kinderen tot mij komenVoorbeeld

‘Wie het Koninkrijk van God niet ontvangt als een kind, zal het beslist niet binnengaan’ (Markus 10:15, HSV)

Marcus 10 begint met te vertellen hoe Jezus onderwijs geeft over huwelijk en echtscheiding. Daarna lezen we dat ouders kinderen bij Jezus proberen te brengen. Misschien hebben de discipelen wel gedacht: ‘Dit is geen kost voor kinderen’ of misschien wel omdat kinderen in die tijd niet meetelden en de discipelen dachten dat Jezus wel belangrijkere dingen te doen had. Wat de reden ook is, ze houden de ouders met hun kinderen tegen.

Maar de onrust en misschien wel het geduw en getrek ontgaat Jezus niet en hij valt uit tegen de discipelen: ‘Hou de kinderen niet tegen, het Koninkrijk van God is voor mensen die zijn als kinderen.’

Zo leert Jezus zijn discipelen, maar ook ons een belangrijke les. Het kwetsbare, vol vertrouwen zijn, het gevoelige en de verwondering die kinderen hebben, raken we door de moeite en zorgen van het leven kwijt. We hebben een beeld gevormd over wie God voor ons en de wereld is en vinden het steeds moeilijker om mee te bewegen met denkbeelden en ontdekkingen van deze tijd. Ik moet denken aan dat meisje van zes dat vol enthousiasme naar mij toe kwam om te vertellen dat Jezus in haar hart woont. Toen ik vertelde dat Jezus ook in mijn hart woont, keek ze mij verontwaardigt aan en zei: ‘Er zijn meer Jezussen hoor!’ De onbevangenheid, het vertrouwen, enthousiasme en creativiteit raakte mij.

Op dat moment besefte ik dat we van kinderen kunnen leren en dat we ons beeld van God en hoe we moeten geloven los moeten laten en tolerant moeten zijn naar mensen die het anders zien. Maar ook dat het niet gaat over hoe belangrijk of volwassen we zijn. We worden niet aanvaard door Jezus omdat we veel over het geloof weten, of omdat we iets doen in de kerk, maar alleen door zijn liefde en genade. We mogen het ontvangen als een kind, vol vertrouwen springen in de armen van een vader die zegt: ‘Spring maar’.

Reflectievraag

Durf jij open te staan om te leren van kinderen? Of: Denk eens aan een kind dat jij kent … wat kun jij van hem of haar leren?