Laatste woordenVoorbeeld

Jakob deelde woorden van geloof

“Daarop riep Jakob zijn zonen en zei: Verzamel jullie, dan maak ik jullie bekend wat jullie in later tijd overkomen zal” (Genesis 49:1, HSV).

Jakob had een veelbewogen leven achter de rug. We lazen gisteren dat hij als jonge man bij zijn familie vandaan vluchtte. In Paddan-Aram stichtte hij een gezin dat uiteindelijk twaalf zoons telde. Na verloop van tijd verhuisde Jakob terug naar het land Kanaän, en tijdens een hongersnood zocht hij zijn toevlucht in Egypte. Daar is hij ook gestorven.

Kort voor zijn dood riep Jakob al zijn zoons bij zich. Voor ieder van hen had hij een afscheidswoord. Veel van die woorden hadden betrekking op de toekomst. Zo zei Jakob dat “de scepter niet van Juda zou wijken” en dat alle broers zich voor hem zouden neerbuigen. Inderdaad kwam eeuwen later iemand uit de stam Juda op de troon. En uiteindelijk werd zelfs de Heere Jezus uit deze stam geboren. “Hem zullen de volken gehoorzamen”, profeteerde Jakob.

Ook Jozef werd rijk gezegend, als “de gewijde onder zijn broers”. Zijn beide zonen zouden elk een eigen stam gaan vormen. Zo is het ook gebeurd. Hebreeën 11:21 noemt deze zegen van Jakob een daad van geloof. God had hem dingen laten zien die “in later tijd” zouden gebeuren, en Jakob gaf die door aan zijn zoons.

Denk je dat zoiets nog steeds kan gebeuren, dat God mensen de toekomst laat zien? Waarom wel of niet?