Uw Koninkrijk komeVoorbeeld

De laatste vraag van de discipelen

De Heere Jezus besteedt de veertig dagen tussen zijn opstanding en zijn hemelvaart aan het geven van onderwijs aan zijn leerlingen over "... de dingen die het Koninkrijk van God betreffen" (Handelingen 1:3, HSV). En de laatste vraag die de leerlingen daarna hebben is wanneer hun Meester het koningschap voor Israël zal herstellen. Is dat spoedig of kan dat nog wel jaren duren? Waar moeten ze mee rekenen?

Centrale rol

Het is goed om te beseffen dat Jezus deze vraag niet afwijst, want op geen enkele manier verbetert Hij de discipelen. Blijkbaar heeft het komende Koninkrijk van God inderdaad alles te maken met het herstel van Israël. Men heeft de verwachting van de apostelen later vaak afgedaan als dom, te aards en te nationalistisch. Alsof zij na deze veertig dagen nog steeds niet begrepen dat het daar allemaal niet meer om zou gaan. Het tegendeel is waar: Israël speelt een centrale rol in de dingen die gaan komen. Jezus' offer betekent niet alleen leven na de dood of een eeuwig leven in de hemel, zoals veel mensen denken. Het betekent zeker ook de restauratie van het Koninkrijk van Israël. Tijdens de grote synode in Jeruzalem zal Jakobus dit alleen maar bevestigen: Het gaat om het herstel van de "vervallen hut van David" (Handelingen 15:16). Bij de geboorte van de Heere Jezus wordt daar ook over gesproken. Zo kondigt de aartsengel Gabriël aan dat God Jezus de troon van Zijn vader David zal geven en dat Hij als Koning zal heersen over het huis van Jakob (Lukas 1:33). Maria spreekt in haar lofzang over een totale omwenteling en ze getuigt daarbij van de barmhartigheid van God aan Israël (Lukas 1:51-55). Zacharias, de vader van Johannes, zingt over de verlossing van Israël uit de "hand van allen die ons haten"(Lukas 1:71). Waar de discipelen daarbij aan gedacht hebben, wordt een stuk duidelijker dan we denken aan de woorden van de profeten, aan Amos bijvoorbeeld (9:11-15), maar ook aan Daniël: "In de dagen van die koningen zal de God van de hemel echter een Koninkrijk doen opkomen dat voor eeuwig niet te gronde zal gaan en waarvan de heerschappij niet op een ander volk zal overgaan. Het zal al die andere koninkrijken verbrijzelen en tenietdoen, maar zelf zal het voor eeuwig standhouden" (Daniël 2:44). Ezechiël spreekt over het herstel van de eenheid van Israël (Ezechiël 37).

Herstel

De scheiding tussen Juda en de tien stammen zal worden opgeheven door de komende Messias (Ezechiël 16-19). Gods koning brengt in de eindtijd zelfs de verloren gewaande stammen van Israël terug (21) en als een nieuwe en volmaakte David zal Hij hen weiden op de bergen van Israël (34:13; 37:24 v.v). Dat betekent een nationaal, maar zeker ook een geestelijk herstel. Een andere profeet, Jesaja, ziet in de toekomst een heilstijd aanbreken, waarin Jeruzalem tot een lof op aarde zal zijn (Jesaja 60:1-3, 14-15; 62:7). De vraag van de discipelen is dus helemaal niet dom of misplaatst. Hij sluit volkomen aan bij de woorden van de profeten en het onderwijs van Jezus. Alleen de tijd waarop alles vervuld zal worden blijft verborgen. Het moment waarop alles in volle heerlijkheid zal plaats vinden is in de handen van God en Hij is daarin soeverein: God kan de tijden immers verkorten, maar Hij kan hen ook vertragen (Mattheüs 24:22 en 2 Petrus 3:8 en 9). Aan de andere kant: De belofte is: "Ík, de Heere, zal dit te zijner tijd spoedig doen komen" (Jesaja 60:22).

Persoonlijke overdenking

• Is het nieuw om zo tegen de laatste vraag van de discipelen aan te kijken?
• Heeft vers 6 ook iets met ons te maken?
• Wat is volgens jou de plaats van Israël in Gods heilsplan?
• Hoe kijkt de wereld om ons heen tegen Israël en tegen Jeruzalem aan?
• Denk je dat de staat Israël iets te maken heeft met Gods heilsgeschiedenis? Joden spreken zelf over een"ontluiken van de komende verlossing".
• Denk je dat de tijd dichtbij is dat Jezus terugkeert?

Gebed

• Breng Jesaja 62:6 en 7 en Psalm 122: 6 en 7 vandaag in je gebeden voor God.
• Dank God voor Zijn trouw en voor de belofte dat Zijn rijk hier ooit op aarde zal aanbreken.
• Bid naar aanleiding van wat we lezen in Jesaja 62:1-7.
• Bid om een geestelijk herstel van het Joodse volk.
• Bid dat de kerk mag gaan zien hoezeer het komende
• Koninkrijk van God met Israël te maken heeft.
• Bid om bescherming voor het Joodse volk tegen alle uitingen van haat en vijandschap.
• Bid om de komst van de Heere Jezus.
• Hoe ziet het Koninkrijk er uit?