Uw Koninkrijk komeVoorbeeld

Niet alleen de tegenstander van God ontketent een slotoffensief. Dwars daar doorheen geeft de Heere de wereld nog een laatste kans om zich te bekeren en Hij doet dat door tekenen aan de hemel en op aarde. Vanouds is dat het wapenarsenaal van God (zie Psalm 77:16-21, 97:1-6, Richteren 5:19- 21). Jezus spreekt over epidemieën die zullen uitbreken, over aardbevingen en over het bulderen van de zee en de branding. En we zien het nu al. Er zijn ernstige ziekten die om zich heen grijpen: het besmettelijke coronavirus, kanker, aids. Er zijn nog veel meer voorbeelden te noemen. We worden voortdurend geconfronteerd met aardbevingen: Haïti, Chili, Turkije. Hadden we vroeger nog nooit van een tsunami gehoord, tegenwoordig weten we wel beter.

Gramschap van God

Openbaring vertelt over de toorn van de volkeren, maar ook over de gramschap van God (zie Openbaring 11:17-19). We lezen over weeën die komen en gaan en over plagen die door engelen over de aarde worden uitgestort. Hoofdstuk 16 spreekt over gezwellen, vuur, en opnieuw een zeer zware aardbeving die het grote Babylon zal treffen, waarbij het oude Babel symbool staat voor de grote wereldstad, de mondiale samenleving waar onreinheid, goddeloosheid en occultisme hoogtij vieren (zie Openbaring 18:2-3). Zeker, de oordelen van God richten de mensheid met onmiskenbaar een element van toorn en wraak, maar in dat alles hoor je toch telkens dat God in zijn gerichten de mensen een laatste kans wil geven om zich te bekeren en Hem de eer te geven (zie Openbaring 9:20,21 en 16:9,11). Net zoals bij de plagen in Egypte, waar deze plagen aan doen denken, worden de kinderen van God gespaard. Zij dragen het zegel van God aan hun voorhoofd (zie Openbaring 7:3 en 9:4). We moeten daarbij vooral denken aan de gave van de Heilige Geest (zie Efeze 1:13). Ook de profeten hebben zo over de eindtijd gesproken. Jesaja zegt de mensen binnen te blijven, totdat de gramschap van God over is (zie Jesaja 26:20-21). Evenals het boek Openbaring heeft ook deze profeet weinig hoop op een massale bekering van mensen terwijl de toorn van God de wereld treft (zie Openbaring 26:11). Jeruzalem is Gods woning. In dit alles is Jeruzalem een veilige haven, omdat God daar zijn woning verkoren heeft. De toorn van de volkeren zal zich wel tegen Jeruzalem keren, maar de Heere zal haar bewaren en juist van daaruit de naties van de wereld tegemoet treden (zie Jesaja 24:23, 29:8, Ezechiël 38:14-16, Joël 2:32, 3:14-17, Openbaring 16:14).

Persoonlijke overdenking

• Herken je de dingen die je gelezen hebt?
• Zie je de laatste dagen met zorg, angst of met verwachting tegemoet? (zie ook Lucas 21:28).
• Zijn de dingen die we vandaag gelezen hebben al te zien in de wereld?
• Wat zeggen deze Bijbelgedeelten je over God?
• Hoe reageren mensen uit je omgeving daar op?
• Is het zichtbaar wie door God verzegeld is?
• Wat doet jullie gemeente er aan om mensen met het evangelie te bereiken?

Gebed

• Bid voor de bekering van mensen om je heen. Bid juist voor die mensen die werkelijk niets met God te maken willen hebben.
• Je hebt dit keer veel gelezen. Neem nu een tijd van stilte en probeer te luisteren naar de stem van God. Vraag of God mensen in je omgeving tot geloof brengt.
• Als er dingen bij zijn die vragen om gebed, bid daar dan voor.
• Sluit af met het Onze Vader.