Geloof; Deel 1 van 3Voorbeeld

Geloof moet zichtbaar worden in ons leven

“Wat voor nut heeft het, mijn broeders, als iemand zegt dat hij geloof heeft, en hij heeft geen werken? Kan dat geloof hem zalig maken?” (Jakobus 2:14)

Keer op keer wordt benadrukt dat wij mensen niet gered kunnen worden door “werken”. Daarmee wordt bedoeld dat we nooit zo’n goed leven kunnen leiden, dat we daarmee het eeuwige leven kunnen verdienen. In theorie zou dat mogelijk zijn als iemand nooit iets fout zou doen. Maar er is geen mens die zondeloos door het leven gaat, we worden zelfs al zondig geboren… Op eigen kracht zalig worden is dus onmogelijk. We moeten het hebben van Gods genade, die we kunnen ontvangen door het geloof.

Toch benadrukt Jakobus ook de andere kant. Geloof moet blijken uit ons spreken en handelen. Anders is het dood en onecht. Geloof is niet slechts een theorie die we onderschrijven, maar een levensovertuiging die alles in een ander licht zet. Geloof in de Heere Jezus stempelt ons doen en laten, iedere dag weer, omdat we Zijn voorbeeld willen volgen. Door het geloof gaan we steeds meer op Jezus lijken. Dat kan niet onzichtbaar blijven voor andere mensen.

Kijk eens kritisch naar jouw eigen leven. Hoe blijkt uit jouw leven dat je in de Heere God gelooft? En hoe zie je geloof aan het werk in het leven van anderen?