Geloof; Deel 1 van 3Voorbeeld

Geloven doe je niet in je eentje

“… om in uw midden samen bemoedigd te worden door het onderlinge geloof, zowel dat van u als dat van mij” (Romeinen 1:12, HSV).

Geloof heeft een persoonlijk component. Niemand anders kan in jouw plaats geloven. Je bent ook niet automatisch een christen doordat je bij een gemeente hoort of in een christelijk gezin bent opgegroeid. Jouw relatie met God is een hoogst persoonlijke zaak.

Tegelijk heeft geloof ook een collectieve component. Als je tot geloof komt, word je daarmee ook een lid van de wereldwijde kerk. De Bijbel gebruikt daarvoor het voorbeeld van een lichaam dat uit allerlei lichaamsdelen bestaat, maar toch één is. Ieder deel draagt iets bij aan het geheel. Paulus zegt het zo in 1 Korinthe 12:27 (HSV), “Samen bent u namelijk het lichaam van Christus, en ieder afzonderlijk Zijn leden”.

Geloven doe je dus niet in je eentje. De brieven in het Nieuwe Testament geven daar ook tal van voorbeelden van. Er wordt voor medegelovigen gebeden, er wordt praktische hulp geboden, mensen worden vermaand als ze af dreigen te dwalen en bemoedigd als ze het moeilijk hebben. Gelovigen komen samen om God te prijzen en het Heilig Avondmaal te vieren. Je kunt de wereldwijde kerk vergelijken met een familie, bestaand uit geestelijke broers en zussen. Ze zijn met elkaar verbonden over grenzen van taal, cultuur, sociale status en geografische afstand heen, door hun verbondenheid met de Heere Jezus Christus.

Ervaar jij verbondenheid met andere christenen? Hoe komt dat tot uiting?

Fijn dat je dit leesplan hebt afgerond. We hopen dat je erdoor gezegend bent. Als je meer wilt lezen over God en over een leven met Hem, kijk dan eens op onze website www.bijbelwoord.nl of schrijf je in voor een ander Bijbelwoord-leesplan.